Toen en Nu
door Jo Smeets
Jo Smeets neemt u, door een aanleiding in het heden, mee naar het verleden.
OUD-KAPELAAN VERHEGGEN OVERLEDEN ->
UIT DE VOORGESCHIEDENIS VAN DE CARNAVALSVERENIGING ->
SCHOOLHOOFD FRANS VAN HEEL (1864-1930) ->
KLEINTJE GESCHIEDENIS: DE DODENDRAAD ->
VOETBALGEGEVENS POSTERHOLT PERIODE 1907-1934 ->
CARNAVALSEXPO IN HET ROERSTREEKMUSEUM
EEUWELINGEN POSTERHOLT
Door Jo Smeets
“Posterholt wacht inmiddels een kwart eeuw op een volgende eeuweling”, schreef ik in maart 2009 bij gelegenheid van de honderdste verjaardag van Nellie van der Beek-Cup uit Vlodrop. In Dagblad De Limburger van vrijdag 20 mei 2011 een kleine foto met de felicitaties voor eeuwelinge Tina Smeets-Spee uit Swalmen. Ze woonde lange tijd te Posterholt en verblijft al diverse jaren in een zorgcentrum te Swalmen.
Ze is hierbij de derde inwoner of oud-inwoner van Posterholt met een leeftijd van honderd jaar. Zoals boven aangegeven woonde ze bij haar eeuwfeest niet meer te Posterholt en dit was ook het geval met de andere twee eeuwelingen.
MARIA WOLTERS-DAAMEN
Maria Daamen werd geboren te Posterholt op 05 september 1876. Ze is een dochter van Johannes Hubertus Daamen / Daemen (ca. 1842-1915) en Clara Cuijpers (ca. 1849-1925). Vanwege de voornaam van haar moeder kreeg Maria en haar nakomelingen de bijnaam “…. van Kluir” (= van Clara). Oktober 1904 huwde Maria met Theodorus Wolters (1873-1953). Op 94-jarige leeftijd verhuisde ze naar verpleeghuis St. Camillus te Roermond. Hier vierde ze haar honderdste verjaardag. Maria overleed op 07 maart 1978. Haar laatste rustplaats kreeg ze op de begraafplaats aan de Heerbaan te Posterholt.
ANNA PUTS-PUTS
Anna Puts werd geboren te Posterholt op 04 januari 1881 en kreeg enkel Johanna als doopnaam. Ze is een dochter van Peter Puts en Beatrix Sliepen. Anna huwde met Arnold Jozef Puts (1881-1951) en St. Odiliënberg werd haar nieuwe woonplaats. Arnold was eerder gehuwd met Maria Louisa Hubertina Creemers, die in oktober 1918 op 36-jarige leeftijd kwam te overlijden. Uit het eerste huwelijk werden vier kinderen geboren en uit het huwelijk met Anna kwam nog een kind voort. Op 04 januari 1981 kon Anna haar honderdste verjaardag vieren. Ruim een jaar later, april 1982, was ze getuige van het gouden huwelijk van stiefdochter Trui Verbeek-Puts (1908-1987) te Vlodrop. Maar weinig (stief)ouders mogen een dergelijke bijzondere gebeurtenis meemaken. Anna overleed te Roermond in Huize De Pollaert op 04 september 1985. Ze was met haar leeftijd van ruim 104 jaar toen de oudste inwoner van Limburg. Anna werd begraven te St. Odiliënberg, waar ze haar huwelijksleven woonachtig was.
TINA SMEETS-SPEE
Tina
is nummer drie in de korte lijst van eeuwelingen te Posterholt. Ze werd geboren
te Hardt-Mönchen-Gladbach op 15 mei 1911 als dochter van het Limburgse echtpaar
Peter Jozef Spee (1884-1959) en Maria G.M. Evers (1886-1969). Ze kreeg enkel
Hubertina als doopnaam. Tina huwde kort voor de Tweede Wereldoorlog met
mijnwerker Hein Smeets (1912-1986) uit Posterholt en uit dit huwelijk kwamen de
kinderen Mia (1939) en José (1943) voort (1). Hein is de jongste van het dozijn
kinderen van ‘Borgs-Wullem’, Willem Smeets (1866-1942) en Anna Margaretha Cox
(1872-1913). Hein heeft zijn moeder niet gekend, daar deze vijf maanden na zijn
geboorte is overleden. Interessanter is het om grootmoeder Evers in het
eeuwelingenverhaal te betrekken. Het is Maria Slijpen, geboren te
Swalmen-Boukoul op 19 april 1857. Ze huwde oktober 1882 met Jan Evers
(1856-1943). Dit echtpaar vierde in 1932 zijn gouden bruiloft te St. Odiliënberg
en tien jaar later was het diamanten feest een feit. Jan overleed februari 1943
en Maria keerde daarna terug naar haar geboorteplaats Boukoul en gaat wonen bij
haar kleindochter Lena Sanders-Beenen. Daar kon ze op 19 april 1957 haar
honderdste verjaardag herdenken. De viering ervan werd uitgesteld tot donderdag
25 april. Dit in verband met de vastentijd. Het was in de vijftiger jaren nog
ongebruikelijk om dan, en met name in de Goede Week, feesten te vieren. De
feesten werden meestal verschoven naar de week na Pasen.
Betreffende nazaten van Jan en Maria Evers-Slijpen kunnen we de bijnaam aanhalen: “vanne heuvel.” De bijnaam is afgeleid van de ligging van hun huis in de kern van St.Odiliënberg en wordt thans nog gebezigd in Posterholt en het zijn dan kinderen / kleinkinderen van zoon Sjeng Evers (1891-1978) en eega Maria Meuser (1897-1975), die lange tijd te Posterholt ‘oppe donk’ gewoond hebben ‘inne sjtoum’ (stoomzuivelfabriek).
Terug naar de eeuwelinge Maria Evers-Slijpen. Ze hoopte nog in 1959 nog de gouden bruiloft van haar dochter mee te maken. Maria overleed op 11 januari 1958 in haar geboortedorp. Ze was de laatste weken bedlegerig zodat het buurtcadeau in april 1957, een divan met kleed, haar nog goed van pas kwam. Doel van onze eeuwelinge Tina Smeets-Spee zal zijn om haar grootmoeder qua leeftijd in goede gezondheid te overtreffen.
VROUWEN
Dat de korte lijst van eeuwelingen te Posterholt uit drie vrouwen bestaat is geen toeval. Het aantal mannen met een leeftijd van 100 jaar of meer is aanmerkelijk lager dan het aantal vrouwen. Betreffende de Roerstreek hebben we inclusief Tina Smeets-Smeets inmiddels 33 namen kunnen noteren, waarvan liefst 24 van het vrouwelijk geslacht. Provinciaal en landelijke cijfers wijken hiervan niet af. De lijst Roerstreekeeuwelingen werd in de 21ste eeuw uitgebreid met dertien namen (3 mannen en 10 vrouwen). In de jaren 1990-1999 konden we de lijst met acht namen uitbreiden (3 mannen en 5 vrouwen). Het is momenteel niet zeker of de lijst van 33 namen compleet is voor de Roerstreek. De honderdste verjaardag wordt tegenwoordig niet altijd openbaar gevierd of kenbaar gemaakt. Het is gelijk als bij de viering van een gouden of diamanten huwelijk. Vaak wordt het kenbaar gemaakt, maar steeds frequenter niet.
In de eerste helft van 2011 kwamen twee eeuwelingen uit de Roerstreek te overlijden. Agnes Rieken-Windeln uit Herkenbosch overleed op 27 maart 2011. Ze werd te Effeld (D) geboren op 09 april 1908. Nelly van der Beek-Cup uit Vlodrop overleed op 16 april op 102-jarige leeftijd. Over haar eeuwfeest schreven we eerder op deze website.
Nummer 34 in de lijst van eeuwelingen uit de Roerstreek kon begin augustus bijgeschreven worden. Het is Cato Ariaans-Creemers uit Herten. Haar naam en foto troffen we aan in de felicitatierubriek van Dagblad De Limburger van vrijdag 12 augustus 2011. Ze huwde juli 1937 met Mathieu Ariaans (1905-1993) en in zijn rouwadvertentie konden we negen kinderen, zeventien kleinkinderen en vijf achterkleinkinderen noteren.
Landelijk gezien konden we nog een opmerkelijke mutatie noteren. De oudste inwoner van Nederland was sinds november 2010 Truus Draaisma uit Leeuwarden. Ze overleed op 12 augustus j.l. op een leeftijd van liefst 109 jaar. Ze werd geboren te Makkum op 25 februari 1902. Nieuwe titeldrager is bij uitzondering een man. Cor Geurtz uit Rotterdam mag zich nu de oudste inwoner van Nederland noemen (2). Hij is eveneens 109 jaar. De oudste inwoner van Limburg Pauline Peters-Dahmen uit Amstenrade. Zij is sinds 01 april jl 106 jaar. Voor Pauline was Wil de Winter-de Boeck uit Roermond Limburgs oudste. Zij heeft eveneens 1905 als geboortejaar (30 januari) en is op 01 juli 2009 overleden. Nummer twee op de Limburgse lijst is in augustus 2011 een man. Het is de nog zelfstandig wonende Tjeu Jonckers uit Nederweert, die half september zijn 106de verjaardag hoopt te vieren. Mijn bronnen zijn hierbij enkele krantenberichten. Op internet is in een overlegforum een uitgebreide lijst van 105-plussers te vinden. Na de lijst volgen enkele honderden berichten met aanvullingen, correcties en commentaren. Opvallend is dat van de eeuwelingen diverse namen ontbreken en als anoniem vermeld staan. Ze willen vanwege hun privacy niet vermeld worden. Volgens de internetlijst schuift de heer Jonkers door naar de derde plaats en staat juist voor Harie Niessen uit Roermond. Laatstgenoemde was bakker van beroep en zijn zaak was te Ool.
STATISTIEKEN
Nederland telde per 01 januari 2009 1633 mensen van honderd jaar (bijna de helft) of ouder. In 1979 was dit ongeveer 1/5 van het aantal uit 2009. Het percentage mannelijke eeuwelingen bedraagt ca. 12% (3). Gemakshalve rekenen de totale Nederlandse bevolking op 16 miljoen, zodat er per bijna 10.000 inwoners een eeuweling verwacht mag worden. De gemeente Roerdalen telt circa 21.000 inwoners en het Roerstreektotaal (inclusief Herten en Linne) komt uit op ruim 30.000 inwoners.
De provincie Limburg telde per 01 januari 2009 157 eeuwelingen, 30 meer dan een jaar eerder. Van genoemd aantal zijn er slechts twintig mannen.
Qua percentages eeuwelingen is Nederland een in de westerse wereld een middenmoter. België, Noorwegen, Zweden, Italië en Frankrijk kennen hogere percentages en die van Spanje en Finland zijn lagere percentages dan Nederland. Griekenland kwam afgelopen zomer negatief in het nieuws. Het aantal eeuwelingen moest naar beneden bijgesteld worden. Veel zogenaamde honderdplussers waren reeds overlijden, terwijl er wel nog steeds pensioenen uitbetaald werden. Eerder in 2011 kwam een vergelijkbaar bericht uit Japan. Ook hier werden de pensioenfondsen getild door nazaten van eeuwelingen, die ‘vergeten’ hadden het overlijden te melden.
1. Overigens woonde ook te St. Odiliënberg een echtpaar Smeets-Spee. Twee broers Smeets waren met twee zussen Spee getrouwd. Te St. Odiliënberg woonden Wiel (1910-1985) en Mia (1916-2002). Mia werd in Keulen geboren, zodat de ouders en daarmee ook de jonge Tina na eerst in Hardt gewoond te hebben, later meer zuidwaarts woonachtig waren.
2. Op internet (lijst 105-plussers) werd nog een nog onbekende vrouw vermeld met geboortejaar 1901. De woonplaats is eveneens onbekend. Zij zou in het buitenland geboren zijn
3. Telegraaf 24 maart 2009 naar CBS-gegevens. Bericht in de Telegraaf van 23 augustus 2004: 1290 eeuwelingen per 01 januari 2004 en 1220 per 01 januari 2003.
Posterholt / mei-augustus 2011.
CARNAVALSEXPO
IN HET ROERSTREEKMUSEUM
Door Jo Smeets
De krant, Dagblad De Limburger, wordt op de donderdag extra nagekeken. Dan
worden de lijsten met exposities en evenementen uitgeplozen en een of meerdere
aangekruist. Helaas geen kruisje bij de carnavalsexpositie in het
Roerstreekmuseum. Ze staat eenvoudigweg niet vermeld en de HVR-persberichten in
de week- en parochiebladeren schitteren ook al door afwezigheid. Wel werd de
expositie vanuit berichtgeving van de carnavalsvereniging onder de aandacht
gebracht. Dan even kijken op de website van het Roerstreekmuseum. Jammer dat een
eerste aankondiging pas twee maanden na opening werd opgenomen. Daarna werd een
korte mededeling geplaatst. Niet direct uitnodigend om eens te gaan kijken.
Als inwoner van Posterholt zijn we natuurlijk wel gaan kijken. Een korte
rondblik leert dat er zeer veel bewaard is over de 5 x 11-jarige geschiedenis
van Carnavalsvereniging De Biemösje. De tentoonstelling herbergt enkel spullen
en documenten van de jubilerende vereniging uit Posterholt. Voor objecten uit
Melick, Vlodrop en andere Roerstreekplaatsen zoekt men tevergeefs in deze
tijdelijke expositie.
Van alle Biemösje-prinsen is een uitvergrote foto in een grote fotogalerij
opgenomen. De foto’s kennen we ook van het verleden jaar uitgebrachte
jubileumboek. Jammer dat niet voor een betere printkwaliteit is gekozen en de
prinsen van de laatste jaren niet in kleur zijn afgedrukt. Ook is de ruimte voor
de prinsengalerij te beperkt zodat enkele prinsen op kniehoogte bekeken moeten
worden. In een ander deel van de expositie komen we enkele recente prinsen wel
in kleur tegen op een foto van uitnodigingskaart prinsenreceptie. Kleurig zijn
de prinsenpakken van de verschillende periodes. Hoofdkleur groen in de periode
1994-1998 en in 1999 werd de hoofdkleur rood.
De boerenbruiloften vormen sinds een tweetal decennia een vast onderdeel van het
carnavalsgebeuren. Een ‘huwelijksakte’ en ‘huwelijksfoto’ is er van elk paar. Te
beginnen bij Bep en Bertie in 1991 van een vaste reeks tot heden. Ze waren
vertegenwoordigers van de Kruisput en het vierde elftal PSV’35. Ze werden vooraf
gegaan door Stien Kruytzer en Willie Michon in 1980. Willie kwamen we ook tegen
als beschermheer van de carnavalsvereniging en was lange tijd de hofnar. Per 29
maart 1999 werd hij opgevolgd door beschermvrouwe Gerda van Sjengske (Gerda
Demarteau-Schmitz) en zij werd vanaf april 2010 opgevolgd door haar zoon Frank.
Om nog verder te gaan met de lijsten is er in de tentoonstelling de gegevens van
de vorsten en voorzitters van de Biemösje bekijken.
De carnavalskranten kennen al een oudere historie, zelfs vele decennia ouder dan
de vereniging. Van die uit 1906 zijn enkele fotokopieën opgenomen. In het
verleden werd maar sporadisch een carnavalskrant uitgegeven. De krant van 1952
is origineel aanwezig en werd uitgebracht door Schutterij St. Cornelius en
Trommelkorps Prinses Irene. Het formaat is gelijk aan het oude krantenformaat.
Later verscheen elk jaar een ‘vastelaovesgezet’. Het formaat uit 1959 is een
weinig groter dan het thans gangbare A4-formaat.
De overige objecten kunnen we samenvatten onder varia. Teksten van oude
carnavalsliedjes. De teksten zijn van een plaatselijke dichter (o.a. Jeu
Visschers). Ook een oude platensingle met zang van Jan Bakkes en de muziek met
tekst zijn van Ger Roncken. Aan het twaalfde carnavalstreffen te Posterholt
herinnert een vaantje uit 1976. De prinsenkapel mag natuurlijk ook niet
ontbreken, zoals een foto van de eerste prinsenkapel uit 1956/1957. Ook zijn er
kranten te zien van eerdere jubilea zoals bij het 2 x 11-jarig bestaan. De
meeste onderwerpen kennen een begeleiding van uitvoerige dialectbijschriften.
Een mooie fleurige en kleurige tentoonstelling met toch wat opmerkingen. Jammer
dat er zo weinig reclame is gemaakt. Het geëxposeerde is eigenlijk te veel en
het is te vol voor de beschikbare ruimte. De belichting is soms hinderlijk voor
het lezen van teksten. Bijvoorbeeld de gekleurde snoeren boven enkele platte
vitrines vormen een mooie kleurige decoratie voor het algemeen aanzicht, maar
schitteren ook in het glas van enkele vitrines. Het vele leeswerk schrikt soms
wat af. Dialectteksten zullen ook toeristen afschrikken, maar deze zijn in de
periode dat de expositie loopt minimaal als bezoeker van het Roerstreekmuseum te
noteren. Men heeft van november 2010 tot maart 2011 de gelegenheid gehad om de
expositie te bezoeken. En voor wie te laat is voor de tentoonstelling: er is nog
altijd het mooie jubileumboek.
Posterholt – februari 2011
GOUDEN BRUILOFTEN
BRAUN
Door Jo Smeets
Vrijwel elke vrijdag verschijnt in Dagblad De Limburger (DDL) een fotorubriek
met felicitaties aan personen met gouden of diamanten bruiloften en aan personen
die hun honderdste verjaardag vieren. Tevens zijn er familiefoto’s opgenomen van
vier en zeldzaam vijf geslachten. In maart was het verscheidene weken stil met
betrekking tot de gouden bruiloften. Het was in 1961 nog ongebruikelijk om in de
Vastentijd een feest te vieren en kerkelijke huwelijken werden dan ook niet
aangegaan. In de krant van vrijdag 08 april 2011 liefst 25 foto’s van gouden
bruiloften uit geheel Limburg alsmede twee foto’s van diamanten echtparen. Samen
met zeven foto’s van vier geslachten was de gehele pagina gevuld. Er konden die
dag geen nieuwe eeuwelingen gemeld worden.
Van de 25 gouden bruiloften waren er vier uit de Roerstreek: echtpaar Bair en
Truus Hannen-van Herten uit Herten; echtpaar Henk en Hennie Teunissen-Angenendt
uit Herten; echtpaar Kees en Ria Houben-van Moorsel uit Melick; echtpaar Wiel en
Toos Op het Veld-Braun uit Vlodrop op 12 april. Laatstgenoemd echtpaar is voor
Posterholt interessant. Immers Toos is een dochter van postbode Nies Braun en
Truuj Visschers. Toos werd te Posterholt geboren op 13 juli 1938 en kreeg als
doopnamen Catharina Maria Gertrudis. Ze is het oudste van de vier kinderen Braun.
Na Toos kwamen nog Maria (1945), Wim (1948) en Paula (1950) ter wereld.
Nies en Truuj vierden op 14 november 1987 hun gouden bruiloft. Nies was als
postbode geen onbekende te Posterholt. Vanaf 1931 tot 1946 was hij hulpbesteller
en daarna kreeg hij zijn vaste aanstelling bij de PTT. Op woensdag 19 september
1956 kon hij zijn zilveren PTT-jubileum vieren. In de krant vonden we hiervan
een kort verslag met een lange lijst van receptiegangers: pastoor Lucassen,
kapelaan Haenen, de wethouders Frens Demarteau en Peter Meijers,
gemeentesecretaris Bair Esser en burgemeester Jules Prick. In september 1971 kon
hij nog zijn robijnen PTT-jubileum vieren om per 01 oktober 1971 met pensioen te
gaan.
Nies werd geboren te Posterholt op 06 september 1906 en kreeg als doopnamen
Dionijsius Johannes Hubertus Gerardus. Hij overleed te St. Odiliënberg op 08
februari 1989.
Truuj werd eveneens te Posterholt geboren. Haar geboortedatum is 01 augustus
1909 en ze kreeg enkel Gertrudis als doopnaam. Ze is een dochter van landbouwer
Johannes Mathis Visschers (1879-1952) en Anna Catharina Meuwissen (1882-1962).
Van dit ouderechtpaar kon ook zoon Harrie (1911-1996) de gouden bruiloft vieren.
Nies is een zoon van koster Gerardus Braun (1866-1953) en Maria Timmermans
(1871-1963). Het bijzondere van dit echtpaar is dat ook zij de gouden bruiloft
mochten herdenken. Veel feestvreugde zal er toen niet zijn geweest, daar de
gouden datum, 27 november 1944, in de laatste en meest dramatische fase van de
Tweede Wereldoorlog viel. De bevrijders lagen nabij Susteren vanaf half
september tot januari 1945 op versterkingen te wachten. Aan de westzijde van de
Maas ging de opmars van de geallieerden wel voort. Veel inwoners van Posterholt
waren vanwege de ‘Arbeideinsatz’ ondergedoken. Er was schaarste aan veel zaken.
Niet direct een tijd om te feesten. De gouden bruiloften in de vroege
oorlogsjaren werden wel nog als vanouds uitbundig gevierd, maar wel met enkele
beperkingen.
De gouden bruiloften van koster Gerard Braun, postbode Nies Braun en anno 2011
die van Toos Braun vormen een bijzondere reeks van drie opeenvolgende geslachten
met een gouden bruiloft. Geheel uniek is het niet. In de Roerstreek kunnen nog
enkele andere gouden bruiloften bij drie opeenvolgende geslachten.
In de krant van vrijdag 21 april 2011 andermaal een huwelijksfoto met een gouden
bruid Braun. Het is May Braun die dan te Vlodrop vijftig jaar getrouwd is met
Frits Kleinen. May is een dochter van de Vlodropse koster Pierre Braun en Fien
Reumers. Het echtpaar Braun-Reumers woonde bij de geboorte van May nog te
Posterholt en sinds 1946 te Vlodrop. Extra bijzonder is dat beide
grootouderparen van May de gouden bruiloft wisten te vieren. De grootouders van
Reumerszijde zijn Peer Reumers (1866-1950) en Jennemie Wolters (1866-1958). Zij
woonden aan de Heerbaan in een langgevelboerderij naast het kerkhof. Op 17 april
1944 was het echtpaar vijftig jaar getrouwd. Van de acht kinderen konden er drie
de gouden bruiloft vieren en inmiddels meerdere kleinkinderen eveneens dit
jubileum. Hier al eerder een opeenvolgende reeks van drie geslachten met een
gouden huwelijk gerealiseerd. Dochter Anna Maria Sonntag-Reumers (1898-1973)
behaalde in 1971 dit jubileum (Posterholt-Varst) en kleindochter Mia
Ridderbeks-Sonntag was in 1999 de gouden bruid van de Donkerstraat.
Nog een Posterholtse reeks van drie opeenvolgende geslachten met een gouden
bruiloft: Peter van Bree (1869-1963) in 1947; zoon Bair (1899-1995) in 1978 en
kleinzoon Pierre (1930) in 2003.
De familie Braun kan nog op een ander gebied bijzonder genoemd worden in zake
gouden bruiloften. Maria Timmermans kreeg met eega koster Timmermans liefst
dertien kinderen. Vijf hiervan konden een gouden bruiloft vieren. Hiervoor
moeten we soms wel de Roerstreek verlaten. Zoon Gerardus Antonius (1898-1978)
vierde met eega Anna Huisman (1899-1971) in Australië de gouden bruiloft. De
huwelijken waren in 1920 te Purmerend (wettelijk) en Dalheim (D) (kerkelijk).
Dochter Gertrudus Alexandrina (1899-1991) was in 1976 de gouden bruid van
Leonardus Wijnhoven (1901-1986). In 1986 waren ze te Venray een diamanten paar.
Nummer drie van het kwintet is de eerder genoemde zoon Pierre (1905-1995). Hij
huwde in 1932 met Fien Reumers (1905-2002) uit Posterholt. Pierre nam de laatste
jaren van zijn vader de kostertaken waar, maar werd niet als koster te
Posterholt benoemd. Dit werd hij wel in 1946 te Vlodrop. Daar kon in 1982 de
gouden bruiloft gevierd worden en het diamanten feest tien jaar later in het
Zorgcentrum Petrusberg te St. Odiliënberg. Voor nummer vier blijven we in
‘Berg’. Daar kon dochter Ida (1922-1999) in 1986 het goud vieren met eega Sjeng
Keijbeck (1906-1998). Aan de hand van de overlijdensjaren kunt u zien dat het
huwelijk zelfs met diamant bekroond werd. Met postbode Nies maken we het
Braun-kwintet vol.
Dat liefst een kwintet broers en zussen een gouden bruiloft kan vieren is
bijzonder. Te Posterholt hebben ze concurrentie van de kinderen van echtpaar
Meijers-Bonee. Met de gouden bruiloft op 31 maart 2001 van Herman Meijers met
Annie Theunissen werd hier het kwintet vol gemaakt. Of zijn het hier inmiddels
zes kinderen met een gouden jubileum?
Posterholt – april 2011
Door Jo Smeets
Wie de afgelopen zomer door Posterholt is gekomen moet het opgevallen zijn dat de voetbalclub PSV’35 zijn 75-jarig bestaan vierde. Immers aan de meeste lantaarnpalen van de doorgaande wegen waren jubileumvaantjes opgehangen. In het weekend van 17 tot en met 19 september vonden de diverse festiviteiten plaats. In Dagblad De Limburger (DDL) van vrijdag 17 september verscheen van de hand van journalist Ron Hendriks een groot artikel over de jubilerende vereniging. Hendriks gaf in de inleiding aan dat de club tijdens de oorlogsjaren rustende was, hetgeen onjuist is. De bezoekers van de website Postert hebben kennis maken met de kampioensfoto van het tweede elftal in de competitie van 1940-1941. PSV’35 was evenals de andere voetbalclubs actief. De oorlogsperiode komt beneden in een apart hoofdstuk aan bod.
Hoe zat dat met PSV’35 in de eerste jaren van haar bestaan? Om 75 jaar later deze historie te achterhalen hebben de jubileagidsjes uit het verleden nodig. Bijvoorbeeld die van 1985 bij het gouden jubileum of het kleine gidsje van tien jaar later. In 2005 stelde Lei Schmitz een omvangrijke ringband samen met veel historische gegevens. De nadruk ligt dan op de tweede helft van de dan 70-jarige vereniging. De ringband werd in kleine kring verspreid en de gegevens waren nog in bewerking. Bijvoorbeeld de lijsten van bestuursvoorzitters en –secretarissen zijn incompleet. Ook moeten enkele namen in detail gecorrigeerd worden. Lei heeft zijn werk voor het 75-jarig bestaan helaas niet kunnen afronden. Geheel onverwachts overleed hij op 2 januari 2007. PSV’35 verloor met hem een veelzijdig en belangrijk voetballiefhebber in woord en daad.
OPRICHTING
De voorganger van PSV’35 was PVV. Deze club werd in 1927 opgericht en ergens in 1933 ging de club om een ons onbekende reden ter ziele (1). Posterholt zou echter niet lang zonder het voetbal blijven. Immers op donderdag 10 januari 1935 vond het besluit tot heroprichting van een voetbalclub plaats (2). De oprichtingsvergadering van PSV’35 was op zondag 27 januari 1935. Er kwam gelijk een aanmelding van 25 jongelui. Men kan beide data als oprichtingsdatum laten gelden. Volgens de dan gangbare verzuiling van de samenleving was de eigenlijke naam: RKPSV’35. Kapelaan Antoon Lenaerts werd geestelijk adviseur van de vereniging. Dit echter niet voor lang, want op 09 oktober 1935 nam hij afscheid van Posterholt om pastoor te worden te Blerick. De nieuwe kapelaan te Posterholt, Paul Tummers, werd de nieuwe geestelijk adviseur. Het oprichtingsbestuur bestond uit voorzitter Paul Montforts, Renier / Neer Willems, Pierre van der Varst, Pierre Willems en Thei van der Varst. In september 1935 trad de voorzitter af en Piet Wassenberg nam de voorzittershamer over. In de periode van het Rijke Roomsche Leven had elke club zijn verenigingsvaandel. PSV’35 maakte hierop geen uitzondering. Op zondag 18 juli 1937, twee en een half jaar na de oprichting, vond de vaandelwijding tijdens het middaglof plaats (3). Die ochtend was om 08.00 uur een H.Mis voor de club opgedragen. Na de vaandelwijding vonden er feestelijkheden op het sportterrein plaats waarbij de jeugd niet vergeten werd. Het voeren van een verenigingsvaandel was tot ver in de jaren vijftig populair. Tegenwoordig is het voeren van een vaandel voornamelijk voorbehouden aan harmonie/fanfare en schutterij, verenigingen die zich met een (muzikale) rondgang presenteren.
Tijdens de oprichtingsvergadering werd besloten dat op een terrein naast Peerke Claessen gespeeld zou worden en café weduwe H. Essers als voorlopig clublokaal zou gaan fungeren (4). Op zondag 17 februari 1935 werd het voetbalterrein door pastoor Lemmens ingezegend bij aanwezigheid van onder andere burgemeester van Mackelenbergh (5).
Er werd aanvankelijk enkel vriendschappelijk gespeeld en van het elftal in mei 1935 troffen we de volgende opstelling aan: doelman J. Verbeek; achter: P. Montforts en P. Essers; midden: H. Reumers, G. Peters en H. Vonk; voor: J. Wassen, J. Mooren, M. Essers, H. Meeuwissen en H. Mouwens; reserve: H. Evers.
HET EERSTE JAAR
Voetballen is het doel van de jonge vereniging. De competitie is al halverwege tijdens de oprichting van PSV’35. De voetballers willen spelen en men kan dit dan enkel met vriendschappelijke wedstrijden.
In de competitie 1935/1936 hoefde het eerste elftal niet onderaan te beginnen. Gespeeld werd in de 1e klasse van de RKLVB, de Roomskatholieke Limburgsche Voetbalbond. De andere clubs waren: ADO (Stokershorst), Merefeldia (Nederweert), Nivea-2 (Roermond), Hornia (Horn), Brevendia (Stramproy), Wilhelmina-3 (Weert). Het tweede elftal was in de 2e klasse RKLVB ingedeeld bij Susteren-2, EVV-3 (Echt), Echter Boys-3, Holtum, Koningsbosch-2, Diergaarde en SVS (Echt-Schilberg).
Voor het eerste elftal verliep de competitie zeer gunstig. Het werd kampioen en promoveerde naar de overgangsklasse. Hier moesten ze aantreden tegen Born, Buchten, EVV-2 (Echt), IVS (Berg aan de Maas), Rios (Pey), Roosteren en Sittardsche Boys.
Het kampioenschap in 1936 werd al begin maart behaald na een 3-2 uitwinst tegen de geelzwarten van Merefeldia uit Nederweert (6). Deze wedstrijd was eerder liefst vier maal uitgesteld. Het kampioenschap werd telefonisch doorgegeven aan het thuisfront. Harmonie Wilhelmina trad aan om de kampioenen, die per bus reisden, feestelijk te onthalen. Voorzitter Wassenberg roemde het elftal, ook vanwege hun sportiviteit (geen boete en geen waarschuwing in het voetbalseizoen). Aanvoerder Jac Mooren kreeg een lauwerkrans omgehangen. Vanaf Café C. Schoenmakers ging men in optocht naar clublokaal wed. H. Essers (later omgedoopt tot De Sport). De straat was gedeeltelijk versierd met vanen, slingers en guirlandes.
De competitie was deze feestzondag nog niet afgelopen. Een week later werd thuis het derde elftal van Wilhelmina Weert met 9-1 opgerold.
De gegevens van het eerste jaar ronden we af met de jaarvergadering 1936, gehouden op zondagmiddag 09 februari in clublokaal wed. H. Essers. Een verslag van de vergadering werd gepubliceerd in De Nieuwe Koerier van woensdag 12 februari 1936. Penningmeester Pierre van der Varst gaf een financieel overzicht. De inkomsten bedroegen fl 910.02 en de uitgaven waren fl 799.50 hetgeen een batig saldo opbracht van fl 110.52. Een mooi resultaat! In het financieel verslag nog een ander fraai resultaat. In juli 1935 werden enkele vriendschappelijke wedstrijden gespeeld voor de missie van pater Antoon Konings. De voetbalclub kon hem fl 230 meegeven. Pater Konings, vanaf 1954 bisschop, was lange tijd werkzaam in de Afrika (Goudkust / Ghana).
DE VOLGENDE JAREN
Op zondag 14 maart 1936 was er andermaal een jaarvergadering in clublokaal wed. H. Essers. Een uitgebreid verslag werd in de regionale krant gepubliceerd. In het verslag de namen van de bestuursleden: geestelijk adviseur kapelaan Tummers, voorzitter P. Wassenberg; secretaris R. Willems, penningmeester P. van der Varst; leden P. Willems, P. Rieken en H. Meeuwissen. Laatstgenoemde is tijdens deze jaarvergadering in de plaats gekomen van vacature Jan Bonné, die zijn bestuurswerkzaamheden maar een korte periode kon uitvoeren. Wanneer genoemde Jan bestuurslid is geworden, is momenteel niet bekend. In elk geval nam hij maar een korte periode het bestuurslidmaatschap waar. In het verslag van de vergadering volgen nog meer namen: H. Vonck werd gekozen tot aanvoerder van het eerste elftal en M. Esser werd reserve. Aanvoerder tweede elftal werd H. v.d. Vorst en H. Puts werd reserve. De kascommissie bestond uit Sef Verbeek, H. Reumers en E. Pernot.
Tijdens de bestuursvergadering van 02 november 1938 werd een nieuwe voorzitter gekozen. Nummer drie in nog geen drie jaar! Onderwijzer Sef van Heel (1916-1987) werd in deze functie gekozen (7). Zijn naam kwamen we ook tegen in het elftal van december 1938. Doelman H. v.d. Vorst; achter: Wolters en F. Vonck; midden: Harrie Thegels, Chris Wassen en Sef van Heel; voor: R. Smits, Mathieu Esser (aanvoerder), Maantje Meeuwissen, W. Wagemans en Sjeng Wassen. Om goede wedstrijden te spelen moest er getraind worden. Dit geschiedde op zaterdagmiddag en in de eerste jaren was er nog geen vaste trainer. De eerste naam in de door Lei Schmitz samengestelde lijst is die van Harrie Piepers uit Roermond in het seizoen 1943/1944. Daarna volgt voor het eerste na-oorlogse seizoen de naam van Bair Cox, directeur van de textielfabriek Posterholt. Daarna voor meerdere seizoenen Frans de Bruin uit Geleen.
Rond de datum van het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog verdwijnen de twee elftallen van de voetbalvereniging Juliana St. Odiliënberg uit de competitie. De club is waarschijnlijk in deze periode opgeheven. Mogelijk dat toen voetballers uit Berg naar Posterholt vertrokken zijn. Op de vooroorlogse foto’s van PSV’35 kwamen we twee namen tegen: Pierre Hoks uit ’t Reutje en Nelis Hövelings uit Melick. De lijst is mogelijk langer, daar in onze bronnen weinig spelersnamen vermeld staan. De namen zijn bovendien niet zelden onjuist weergegeven. Ook enkele vreemde niet-Posterholtse namen. Vaak waren het mensen die hier als douanier werkzaam waren.
OORLOGSPERIODE
De oorlogsperiode moeten we ruimer nemen dan de tijd tussen de Duitse inval op 10 mei 1940 tot en met bevrijdingsdag. Voor Duitsland begon de oorlog op 01 september 1939 met de inval in Polen, alhoewel voor deze datum Duitsland diverse landen al had ingepalmd. De buurlanden werden extra waakzaam en riepen de militairen op om de grenzen extra te bewaken. Deze mobilisatie startte ook in Nederland in de zomer van 1939. Opgeroepen werden vele jongemannen en deze waren niet zelden juist de spelers van de voetbalverenigingen. Veel clubs maakten in deze tijd een moeilijke periode door en enkele verenigingen werden opgeheven. Met de Duitse inval in de vroege vrijdagochtend van 10 mei had tot gevolg dat de militairen gedurende maximaal enkele dagen in oorlogshandelingen betrokken waren. De meeste militairen waren weer vrij man na een korte periode van krijgsgevangenschap. De sportclubs bloeiden weer op. Nederland was weliswaar bezet door de Duitsers, maar het normale leven werd weer opgenomen. Men ging normaal naar het werk en hernam de vrijetijdsbestedingen van voor de Duitse inval. De bezetter legde in de loop van de tijd wel steeds meer beperkingen op. Uit de geschiedenisbronnen weten we allemaal welke verschrikkingen nadien nog volgden.
De voetbalcompetities werden korte tijd na de Duitse inval gewoon hervat. Men speelde het voetbalspel weer als vanouds. In 1940 werden zelfs nieuwe verenigingen opgericht zoals SHH uit Herten in november van genoemd jaar. De Duitse bezetter wierp geen belemmeringen op voor de voetbalverenigingen. Dit geschiedde wel voor bijvoorbeeld de muziekverenigingen (harmonie / fanfare), schutterijen en postduivenverenigingen. De muziekverenigingen werden verplicht zich aan te sluiten bij de cultuurkamer (Kulturkammer) en voor de schutterijen werd het gebruik van een buks verboden. Voor de postduivenverenigingen werd het houden van vluchten verboden en later moesten ook de duiven ingeleverd worden.
En het voetbal bloeide in de oorlogsperiode in Posterholt. Mogelijk extra bloei doordat andere ontspanningsverenigingen wel een gedwongen rustperiode meemaakten. In Posterholt werd zelfs een tweede voetbalclub opgericht. De oude naam Sparta herleefde. In de competitie van 1940-1941 werd het eerste PSV-elftal ongeslagen kampioen in de 4e klasse en promoveerde naar de 3e klasse (8). Ook het tweede elftal wist in 1941 het kampioenschap te behalen (9).
Voor de voetballers was er geen vuiltje aan de lucht tot ver in de oorlogsperiode. Pas in de tweede jaarhelft van 1944 gingen de clubs rustend. Tot begin september 1944 is het voetbal in de kranten te volgen. Betreffende Posterholt vonden we als laatste feit de aankondiging van de wedstrijd PSV-Swift voor zondag 3 september 1944. Twee dagen was het Dolle Dinsdag met veel geruchten over het snel naderende einde van de oorlog en begin van de bevrijding van Nederland. Op maandag 11 september verscheen de laatste krant in Midden-Limburg. Voetbal was even verleden tijd; men had nu andere zorgen. Veel jongemannen en huisvaders waren ondergedoken of te werk gesteld voor de Duitse economie / oorlogsindustrie. Velen kwamen niet of beschadigd terug. Verhoudingsgewijs viel dit voor de Posterholtse bevolking nog mee.
In de oorlogsperiode regelde de bezetter wel dat de talrijke regionale voetbalcompetities omgezet werden in een landelijke NVB-competitie (later KNVB). De verzuiling van het voetbal was verleden tijd en keerde ook na 1945 niet terug.
NA DE OORLOG
Posterholt werd evenals de buurdorpen Montfort, Reutje en St. Odiliënberg eind januari 1945 bevrijd. Echter de Bergenaren werden kort voor de bevrijding gedwongen geëvacueerd naar Noord-Nederland. De meeste inwoners van onder andere Linne, Herten, Melick en Roermond maakten eenzelfde verschrikkelijke tocht. De evacuatie in de reeds bevrijde delen van Limburg was beperkt en men ging dan zuidwaarts. Veel jongemannen waren bovendien ondergedoken om aan een gedwongen tewerkstelling in Duitsland te ontkomen. In deze periode lag het sportgebeuren natuurlijk stil. De bevrijding van de rest van de Roerstreek vond per 01 maart 1945 plaats. Veel gebouwen waren beschadigd en een groot aantal doden waren te betreuren. Echter het leven moest verder gaan. Er moest immers brood op de plank komen. Zo voor en na herneemt het normale leven zijn gang en men kan al snel aan andere zaken denken. Dit vooral te Posterholt dat in vergelijking met de omliggende dorpen relatief minder geleden had. Het voetbalspel gaat weer deel uitmaken van het dorpsgebeuren.
In mei 1945 komt het PSV’35-bestuur weer bij elkaar en men besluit tot het organiseren van een noodvoetbalcompetitie. Op zondag 27 mei werd de eerste ronde gespeeld. De deelnemende clubs kwamen uit Koningsbosch, Montfort, Linne, Vlodrop, Herkenbosch en liefst drie elftallen van PSV’35. Bij de later gepubliceerde uitslagen kwamen we ook nog RVV Roermond, Leeuwen, Horn en Asenraay tegen. De winnaar kreeg de vredesbeker. In juni krijgt deze competitie een vervolg om in juli een vakantieperiode te nemen en dan de wedstrijden op de laatste zondag van juli en de twee zondagen van augustus voort te zetten. Op zondag 12 augustus werden de slotwedstrijden gespeeld. Volgens een advertentie ginge het tussen RVV, PSV, Herkenbosch en Linne. Helaas geen vermelding in de latere kranten van de winnaar.
Verlaat begon op 02 november 1945 de nieuwe voetbalcompetitie. In de competitie 1945-1946 wordt PSV’35 ingedeeld in de NVB-klasse 3F. De tegenstanders zijn Roermond-2, Linne, RVV, RIOS’31, Swift, DES Swalmen en EVV.
Geheel nieuw is dat in buurtschap ’t Reutje in 1945 een voetbalclub opgericht wordt. Gedurende twee seizoenen weten ze twee elftallen op de been te brengen. In St. Odiliënberg zelf is dan nog geen voetbalclub, maar komt er wel in 1946. SVRO (Sportvereniging Reutje Odiliënberg) spelen dan in dezelfde klasse als Berg. SVRO vond nabij de Munningsbosch een geschikt terrein als voetbalveld en de inzegening vond plaats op zondag 16 september 1945. PSV mocht de tweede openingswedstrijd spelen tegen SV Victoria Maasniel (10).
Nog een bijzondere wedstrijd waarbij deze keer het veteranenelftal van PSV’35 betrokken was. Te Montfort werd in september 1947 een voetbalfeest gehouden ten behoeve van het oorlogsgraf. Dit met medewerking van diverse verenigingen (fanfare, trommelcorps, schutterij). De veteranen voetbalden tegen die van Montfort en in een tweede wedstrijd kwamen de eerste elftallen van Montfort en Linne tegen elkaar uit (11). Het was niet de eerste wedstrijd van de PSV-veteranen. Op 08 juni 1947 speelde het elftal een jubileumwedstrijd bij gelegenheid van het koperen bestaan van de voetbalclub. In de krant is de opstelling afgedrukt: doelman Sef Verbeek; achter: H. Schoenmakers en P. Montfort; midden: H. Reumers, G. Peeters en J. Keltjens; voor: R. Smits, P. Rieken, J. Mooren, M. van Montfort, Mouwens; reserve: H. Biermans (12). Bij het koperen jubileum werden twee wedstrijden gespeeld en een receptie met koffietafel gehouden. Van het feest werd een verslag in de krant gepubliceerd (13). Het tienjarig bestaan werd in 1945 niet gevierd, maar verlaat in 1946.
INDIEGANGERS
Na de bevrijding kon men zich als oorlogsvrijwilliger aanmelden, de zogenaamde OVW-ers. De vrijwilligers verwachten deel te kunnen nemen aan de bevrijding van de rest van Nederland of anders de Japanse bezetter uit Nederlands Indië te verdrijven. Voor de meeste vrijwilligers liep het anders. Ze werden weliswaar naar Nederlands Indië gestuurd maar de Japanse bezetters waren dan al verdreven en de soldaten kwamen terecht in eigenlijk een koloniale oorlog. Veel Posterholtse jongemannen worden als dienstplichtig militair uitgezonden naar de oost. En dit waren net de potentiële spelers voor de voetbalclubs. Voor Posterholt werden liefst 44 jongemannen uitgezonden en niet zelden was hun uitzendtijd rond de drie jaar. De voetbalclubs kregen het weer zwaar om met een volledig elftal te verschijnen. De meeste clubs hadden gelukkig een jeugdafdeling. En ook kon men rekenen op de oudere spelers, die hun dienstperiode achter de rug hadden. De clubs bleven draaien en PSV’35 was hierop geen uitzondering. In St. Odiliënberg werd in 1946 zelfs een nieuwe vereniging opgericht.
OMGEVING POSTERHOLT
Posterholt is een van de acht dorpen van de Roerstreek. Het zijn qua grootte ongeveer gelijkwaardige dorpen en kennen een vergelijkbare streekgeschiedenis. Om een historisch overzicht van het voetbalgebeuren in Midden-Limburg te krijgen, is het handig de term ‘voetbal’ als zoekwoord in te tikken in het archief van de historische kranten. In 1891 krijgen we een treffer te Roermond. Te Posterholt kwamen we de eerste voetbalvermelding in 1907 tegen. De oudste nog bestaande voetbalclub uit de Roerstreek is die van Linne en is juist een kwart eeuw ouder dan PSV’35. Anno 2010 is de club van Linne liefst een eeuw oud! (14) De club heeft blijkbaar de ‘downs’ die de andere Roerstreekvoetbalverenigingen kenden beter doorstaan. In een eerder artikel zagen we immers dat de Posterholtse voetbalclubs Oranje Boven / Juliana, Sparta en PVV opgeheven werden. Een opheffing kan meerdere oorzaken kennen. Na Linne kennen we tegenwoordig in de Roerstreek nog de voetbalverenigingen van Vlodrop (oprichtingsjaar 1922), Montfort (SNA in 1927); Melick (Vesta / Groenwit in 1928), Herkenbosch (SVH’39 in 1939); Herten (SHH in 1940) en St. Odiliënberg (in 1946). Ook de andere plaatsen hebben vaak meerdere voorgangers gehad voordat de bovenstaande clubs werden opgericht. Bijvoorbeeld VIOD te Merum, Juliana te St. Odiliënberg en VDV te Melick-Gebroek. Eerder zagen we het korte bestaan van SVRO Reutje. Veel clubs kwamen en gingen. En anno 2010 zijn de clubs nog volop in beweging. RFC maakt een doorstart. De clubs van Koningsbosch en Maria Hoop / Diergaarde zijn enkele jaren eerder een fusie aangegaan. Ook was fusie kort geleden het woord te Maasniel. De vereniging van Putbroek is inmiddels al weer enkele jaren verleden tijd. Die van Vlodrop maakte een zeer moeilijke periode door, maar kon toch behouden blijven. PSV’35 rouwde in 2010 vanwege de degradatie uit de 2e klasse, maar feestte tevens vanwege haar 75-jarig bestaan. Alsnog proficiat! Op naar het eeuwfeest.
NOTEN
1. We hebben in het krantenarchief gezocht op PVV en kwamen eind april 1933 de laatste activiteit van PVV tegen. Let wel: er is in Noord-Brabant ook een voetbalclub PVV. Overigens kwamen we PVV Posterholt in maart 1936 tegen bij de aanstaande wedstrijd tegen VDV Melick-Gebroek (DNK 28-03-1936). We mogen aannemen dat PVV een drukfout is en PSV moet zijn.
2. Drie regels in De Nieuwe Koerier (DNK) 10-01-1935, pagina 6 en DNK 30-01-1935, pagina 6.
3. DNK 27-07-1937, pagina 3. In deze krant verslag van een PSV-vergadering met vermelding van een geslaagd feest met vaandelwijding. Teven twee nieuwe bestuursleden: Jos Vonck en H. Puts. De nieuwe penningmeester werd P. Rieken.
4. DNK 30-01-1935, pagina 6.
5. DNK 18-02-1935 pagina 6; DNK 19-02-1935, pagina 5 met foto; DNK 20-02-1935, pagina 6.
6. DNK 02-03-1936, pagina 6 en DNK 03-03-1936, pagina 7.
7. DNK 03-11-1938, pagina 7. In de onvolledige lijst van Lei Schmitz komt de naam Sef van Heel niet voor. Voor de periode 1936-1941 staat de naam Wassenberg bij de functie voorzitter genoteerd. Naar ons onderzoek in het krantenarchief kwamen we Wassenberg als PSV-voorzitter tegen voor minimaal de periode mei 1941 – maart 1943. Mogelijk kunnen we ons andere bronnen naar een grotere periode leiden.
8. DNK 28-05-1941, pagina 6.
9. Dit kampioenschap kende enkele bijzonderheden waarop we in een later artikel hopen terug te komen. Een foto van het kampioenselftal met alle namen is elders op deze website te vinden (rubriek: anno toen).
10. Advertentie in Maas- en Roerbode (MRB) 14-09-1945.
11. MRB 17-09-1947, pagina 3.
12. MRB 31-05-1947, blad 2 – pagina 2.
13. MRB 13-06-1947, pagina 3.
14. In de regionale pers niets aangetroffen over dit eeuwfeest.
Posterholt –november 2010.
VOETBALGEGEVENS POSTERHOLT PERIODE 1907-1934
Door Jo Smeets (1)
In 2010 viert PSV’35 haar 75-jarig bestaan. Tijdens een dergelijk jubileum wordt
in de regel teruggeblikt naar de beginjaren van de vereniging. De meeste
voetbalverenigingen in de Roerstreek hebben een interessante voorgeschiedenis.
In de twintiger en dertiger jaren zijn veel voetbalverenigingen opgericht en
niet zelden zijn ze na een korte periode weer opgeheven. De reden hiervoor
kunnen divers zijn. Over de situatie te Posterholt van het begin van deze eeuw
tot 1934 willen we u enkele gegevens niet onthouden. De berichten zijn
voornamelijk afkomstig uit de oud kranten en weekbladen.
Geraadpleegd zijn de kranten in het archief van het Roerstreekmuseum /
Heemkundevereniging Roerstreek (HVR) te St. Odiliënberg. Helaas zijn daar niet
alle jaargangen compleet zodat geen volledig gedetailleerd beeld gegeven kan
worden (2). De gevonden informatie laat ons toch een aardig voetbalverleden van
Posterholt zien.
In de tweede helft van de 19de eeuw en het begin van de 20ste eeuw werden in
Midden-Limburg tal van verenigingen opgericht. De schutterijen hadden een
bloeiperiode en veel muziekverenigingen gingen van start. Voor Posterholt kunnen
we de jaartallen 1884 en 1898 genoemd worden, de oprichtingsjaren van
respectievelijk de (tweede) schutterij St. Cornelius en Harmonie Wilhelmina. De
omringende plaatsen waren hierin al vooraf gegaan of volgden nadien. Een geheel
andere ontspanning werd eind 19de eeuw in Midden-Limburg opgestart: sport. De
eerste berichten van sportverenigingen in Midden-Limburg vinden we rond de
eeuwwisseling, waarbij Roermond de omliggende dorpen voorging. Niet overal
werden de sporters enthousiast ontvangen zijn. De katholieke kerk was
aanvankelijk een van de tegenstanders. Later werd de sport, gelijk als de rest
van de Nederlandse gemeenschap, onderdeel van de verzuiling en drukte de kerk
een katholieke stempel op de sport en werd het verenigingsbestuur aangevuld met
een geestelijk adviseur (pastoor of kapelaan).
Het oudste voetbalbericht uit Posterholt kwamen we tegen in De Nieuwe Koerier (DNK)
van zaterdag 17 augustus 1907. Maria Hemelvaart (15 augustus) was toen nog een
hoge feestdag en als tijdverdrijf werd op genoemde dag een voetbalwedstrijd
gespeeld tussen de voetbalclubs van Montfort en Posterholt. In het bericht werd
verder melding gemaakt van dat het een onlangs opgerichte voetbalclub van de
klompenfabriek van de heer Geradts is. “Daar dit iets nieuws was voor onze
gemeente waren er nog al wat toeschouwers aanwezig. De overwinning was aan de
club van hier.” Waar toen te Posterholt gespeeld werd bleef onvermeld, maar
bekend is dat het tegenwoordige akkerperceel (toen een weiland) vóór het kasteel
Aerwinkel in het verleden als voetbalveld regelmatig in gebruik was. De eisen
zullen minimaal geweest zijn, zodat eigenlijk elk groter weiland als
voetbalterrein in aanmerking kwam. Over de verenigingsnaam alsmede de namen van
spelers werd in het krantenbericht geen melding gemaakt.
Bij gelegenheid van carnaval 1908 organiseerde de voetbalclub op
Vastenavondmaandag een optocht met medewerking van Harmonie Wilhelmina. Voor
zover we uit de kranten konden achterhalen dateerde de dan laatste optocht van
drie jaar geleden en Schutterij St. Cornelius had toen de regie in handen van de
optocht en bracht tevens een vastenavondkrant uit. De clubnaam van de
organisator 1908 was ‘Oranje Boven.’ Het lijkt aannemelijk dat dit dezelfde club
is als die van 1907. Gezien het gering aantal krantenberichten was het in die
tijd ongewoon dat er in de dorpen carnavalsoptochten werden georganiseerd en
daardoor ruimere aandacht in de pers kregen. We gaan er vanuit dat wanneer
berichten over een optocht in een bepaalde plaats achterwege bleven, deze ook
niet gehouden werden.
In 1909 kwamen we de clubnaam andermaal tegen. Er werd een wedstrijd gespeeld op
25 april 1909 tegen het dan pas opgerichte Sparta uit Echt. Als uitslag werd een
3-2 overwinning voor de club uit Echt gemeld. De verslaggever was blijkbaar niet
geheel op de hoogte geweest, want twee dagen later volgde een correctie op de
uitslag. Het was een gelijk spel: 4-4. De zetduivel kan debet geweest zijn aan
de eerder genoemde onjuiste (?) uitslag. Bij de uitslag van het gelijkspel
moeten we toch vraagtekens plaatsen. In het Echter Weekblad van 1 mei 1909 wordt
de uitslag van 3-2 voor Echt bevestigd. Opvallend is dat het eerste en laatste
doelpunt door een doelman gescoord worden. Merkwaardig is dat in het verslag een
linker en rechter doelman genoemd worden. Er werden blijkbaar andere spelregels
gehanteerd of de berichtgever was niet op de hoogte van de juiste voetbaltermen.
Hoe de gehanteerde spelregels waren, is ons niet duidelijk. Over de ligging van
het voetbalveld te Posterholt is aangegeven: nabij kasteel Aerwinkel. Enkele
maanden later werd weer tegen Sparta Echt gespeeld. Posterholt (P.V.C. Oranje
Boven) scoort vier maal. E.V.C. Sparta Echt kon daar slechts een goal tegenover
zetten. Deze uitslag werd bevestigd in een vierregelig verslag in het Echter
Weekblad van 14 augustus 1909.
Kort daarna wederom een voetbaluitslag in De Nieuwe Koerier. De club is
Posterholt werd toen P.V.V. Juliana genoemd. Ze wonnen met 2-0 van Patronaat St.
Wiro St. Odiliënberg.
Prinses Juliana was enkele maanden eerder op 30 april geboren en ter ere van
haar geboorte lijkt een naamswijziging aannemelijk. Te St. Odiliënberg kennen we
eenzelfde voorbeeld van naamswijziging van een bestaande vereniging; de harmonie
daar werd omgedoopt. Een naamgeving naar een lid van het koningshuis is populair
rond de eeuwwisseling. De muziekverenigingen van Vlodrop en Posterholt alsmede
de schutterij van St. Odiliënberg zijn er voorbeelden van.
Na 1909 volgen enkele jaren waarvan geen Postertse voetbalberichten bekend zijn.
Op een geheel ander gebied kwamen we in 1913 de voetbalclub Sparta Posterholt
tegen. Ze voerden in Musis Sacrum, de tegenwoordige Harmoniezaal, te St.
Odiliënberg de operette ‘Hans en Greetje’op. Er deden liefst dertig acteurs mee.
Een tekstboekje is bewaard gebleven en is in het archief van het
Roerstreekmuseum opgenomen. Het is een dialecttekst, die geschreven is door
burgemeester Jules Geradts (1870-1956). We zagen al eerder zijn positieve
invloeden bij eerdere voetbalberichten uit Posterholt. Tevens kan aangemerkt
worden dat hij in 1898, hij was toen juist als burgemeester geïnstalleerd,
betrokken was bij de oprichting van een harmonie. Hij had een warm hart voor de
Postertse gemeenschap.
In augustus 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit. Nederland bleef neutraal, maar
de grensstreken zijn militair gebied en kennen een extra bewaking. Om de
soldaten na hun saaie bewakingswerk te onderhouden werden
ontspanningsactiviteiten georganiseerd. Begin 1915 is er een voetbalwedstrijd
tussen Sparta Posterholt en D.S.S. Laatstgenoemd elftal bestaat uit
samengevoegde militairen, die te Melick en St. Odiliënberg gelegerd waren. Voor
het eerst komen we een Posterholtse spelersnaam tegen: Smeets. Er is geen nadere
aanduiding gegeven. Met de spelersnaam kunnen we dan vele kanten op. Uit het de
volkstelling van 1947 blijkt dat het de meest voorkomende naam te Posterholt is
met 136 naamdragers.
De wedstrijd werd in St. Odiliënberg gehouden en Fanfare Juliana verzorgde de
muzikale intermezzo’s (3).
In DNK van 21 april 1921 kwamen we het volgende bericht tegen: “Reeds lang was
er sprake, dat een voetbalclub zou opgericht worden en eindelijk is een tot
stand gekomen, met name ‘Sparta’. Ze is 27 man sterk.” Uit de tussenliggende
periode 1915-1921 zijn we geen berichten tegengekomen. Klaarblijkelijk is het
vroegere Sparta opgeheven. Uit de maanden na de heroprichting vonden we talrijke
sportieve verrichtingen van Sparta. Het aantal leden gaf aan dat er twee
elftallen gevormd konden worden, hetgeen in DNK van 10 mei 1921 bevestigd werd.
De elftallen speelden een internationale wedstrijd tegen Concordia I en III uit
het Duitse Neuharen. Beide wedstrijden werden verloren. Kort daarna werd weer
tegen Concordia gespeeld, maar nu betreft het een club uit Roermond. Sparta I en
II verloren en wonnen hun wedstrijd met 1-0.
Er werd aan toernooien meegedaan, die in het verleden seriewedstrijden genoemd
werden. Bij UNI Roermond haalden ze de derde prijs weg. Op zondag 12 juni 1921
deden ze aan de seriewedstrijden te Pey mee. Behalve prijzen met voetballen
konden tevens andere prijzen behaald worden. Sparta II behaalde de eerste prijs
voor de beste houding in de optocht, een prijs die vooral in de schutterswereld
bekend is.
In augustus werden te Posterholt seriewedstrijden georganiseerd. Er namen
zestien verenigingen deel. In De Nieuwe Koerier van 6 augustus 1921 vonden we de
uitslagen terug van onder andere de wedstrijden hardlopen, vertrappen en
doeltrappen.
Bij de uitslagen van het Volksfeest te Reutje van september 1921 werden
eindelijk enige namen van Posterholtse deelnemers gegeven. F. Vonck won de
tweede prijs bij het hardlopen; L. Wagemans tweede prijs bij het pijprijden en
eerste prijs bij het ringsteken en P. Schmitz de eerste prijs bij het eierrijden.
Enkele dagen later behaalde Sparta I de tweede prijs bij de seriewedstrijden te
Merum. Een ereprijs is er te St. Odiliënberg weggelegd voor zowel Sparta I als
II (4). Ruim een week later volgden de uitslagen van de seriewedstrijden daar.
Bij het vertrappen krijgt Th. Hermans een eerste prijs en bij het doeltrappen is
er een gelijke prijs voor L. Hermans. Bij Th. Hermans denken we aan ‘Duur vanne
Donk’, de dan 20-jarige Thei Hermanns van Donkshof (5). In deze periode was er
een voetbalveld gelegen tussen Donkshof en de Leigraaf, vlakbij de ouderlijke
woning van Duur.
Bij de uitslagen van de seriewedstrijden in oktober 1921 wordt het
ingewikkelder. P.S.C was klaarblijkelijk de organisator, terwijl de eerste prijs
naar P.E.S. Posterholt ging en de tweede prijs naar Sparta I Posterholt. Het is
bekend dat bij seriewedstrijden gelegenheidselftallen gevormd werden. De
organisatie van seriewedstrijden lijkt me niet direct door een gelegenheidelftal
uitgevoerd te worden. P.E.S. komen we eind oktober 1921 andermaal tegen, wanneer
ze zelf seriewedstrijden georganiseerd hebben. De overwinning ging naar die van
P.S.C. De winnaar werd met de ‘eereprijs’ aangeduid, terwijl de op een na beste
de eerste prijs kreeg. Dit was tevens de gebruikelijke prijzenverdeling bij de
schutterswedstrijden.
Het drietal Posterholtse namen van voetbalclubs in 1921 werd in november
uitgebreid tot een kwartet. De nieuwe naam is de vereniging Victoria. Ze wonnen
met 2-0 een vriendschappelijke wedstrijd tegen H.V.C. Herkenbosch. Kort daarna
kwamen we Victoria voor de tweede maal tegen. Ze verliezen te Gebroek-Melick de
finale van seriewedstrijden. Bij het doeltrappen heeft H. Hermans de tweede
prijs gewonnen. Sparta komen we tegen als toernooideelnemer te Asselt. Ze werden
in de derde ronde uitgeschakeld omdat ze niet kwamen opdagen. Bij het
doeltrappen behaalde J. Hermans de tweede prijs.
Nog een gelegenheidselftal (?) uit Posterholt. In een vriendschappelijke
wedstrijd in mei 1928 delven de voetballers van de ‘Varsj’ met 4-0 het onderspit
van SCH (Herkenbosch) (6).
Uit 1922 vonden we slechts één bericht: Sparta I – Eicken I 3-3. Het is een
internationale wedstrijd want de tegenstanders komen uit Mönchen-Gladbach. Voor
Kerstmis werd een tegenbezoek toegezegd. Beide ploegen hebben elkaar blijkbaar
regelmatig getroffen, want in De Nieuwe Koerier van 22 september 1923 is een
uitgebreid verslag opgenomen van Eicken’99 tegen Sparta. De uitploeg won met
1-2.
In 1923 kwamen we het eerste clubbericht tegen in februari in een ander verband.
Bij gelegenheid van carnaval zal Sparta I maandag 12 februari een gekostumeerde
wedstrijd spelen na eerst een optocht door het dorp gehouden te hebben.
Op zondag 15 juli 1923 werden op het Sparta-terrein grote seriewedstrijden
gehouden. Gedurende de wedstrijd zal Harmonie Wilhelmina een concert geven.
“Loten juist half een en optocht 1 uur”, geeft de krantenadvertentie aan waarin
het toernooi wordt aanbevolen (7).
In de periode 1925-1935 was Antoon Lenaerts (1888-1967) kapelaan te Posterholt.
Hij is de geestelijk adviseur van de afdeling Roermond van de RKLVB (8). In
april 1927 was er een oprichtingsvergadering van genoemde afdeling. Er werden
twee streekelftallen samengesteld met diverse Roerstreekspelers. Hierbij waren
geen Posterholtse namen.
In de competitie van 1927-1928 werd Posterholt, er is geen andere naam gegeven,
ingedeeld in de 3e klasse F. In deze klasse werden tevens ingedeeld: Roodwit 2
Echt, PSC 2 Pey, Stevensweerter Boys 2, Roosteren 2, EVV 3 Echt, Herkenbosch en
VVC 2 Vlodrop. Kort daarna kwamen we het bericht tegen dat nieuwe clubs zich
hadden aangemeld en dat de herindeling moest worden herzien. PVV, nu wel een
naam, werd ingedeeld bij o.a. SNA uit Montfort en VVC 2 uit Vlodrop.
Bij de seriewedstrijden te Herkenbosch, die op 15 en 22 juli 1928 gehouden
werden, behaalde P.V.V. de eerste prijs. Maasbracht kreeg de eereprijs. De
vriendschappelijke wedstrijd van zondag 07 oktober 1928 eindigde voor P.V.V. in
een monsterscore: 10-1. De tegenstander was Excelsior Echterbosch.
Eind november 1928 won P.V.V. met 1-0 van DOSKO (Roermond). In De Nieuwe Koerier
van 22 november 1928 is een 25-regelig verslag van de wedstrijd opgenomen. Met
deze overwinning verwierf P.V.V. de koppositie in van de 2e klasse H. De stand
geeft echter iets vreemds te zien. Posterholt heeft slechts één wedstrijd
gespeeld, terwijl de overige clubs al drie tot zes wedstrijden achter de rug
hebben. De ranglijst werd echter opgemaakt aan de hand van het gemiddelde
puntenpercentage. Die ene overwinning van Posterholt gaf een gemiddelde van 2
punten. Andere clubs hadden weliswaar meer punten vergaard, maar hun gemiddelde
was lager dan het van P.V.V. Het wedstrijdverslag in genoemde krant laat nog een
ander interessant gegeven zien: “…. De andere club uit Posterholt, VVV ging het
niet zo goed. Ze verloren met 5-1 van F.C.R. (Roermondsche Veld) en staan
voorlaatste.” Voor de tweede keer komen we VVV Posterholt tegen wanneer ze voor
de competitie met 3-0 verliezen van HSV Herkenbosch. P.V.V. speelde die dag
tegen MSC Melick. Met deze tweede vermelding van VVV Posterholt kunnen we de
competitiewedstrijden terugzoeken. Zo bleek dat P.V.V. tegen VVV op zondag 04
december 1928 speelde. We troffen alleen de uitslag aan, helaas geen
wedstrijdverslag. P.V.V. won overigens met 4-1. Of beide clubs hetzelfde
wedstrijdterrein gebruikten of elk een apart veld hadden, is momenteel onbekend.
Op het einde van de competitie werd P.V.V. vierde met 17 punten uit 15
wedstrijden en een doelsaldo van 39-37. VVV was met 4 punten rode
lantaarndrager. Het doelpuntensaldo is met 12-73 weinig bemoedigend om door te
gaan. Wat de betekenis van VVV is, is onbekend. Is het een aparte voetbalclub
‘vanne Varsj’? Indien ja, dan is het meer dan waarschijnlijk dat ze een eigen
terrein (weiland) hadden nabij hun buurtschap als voetbalveld. (VVV = Varster /
Vorster Voetbal Vereniging?).
Het reserve-elftal van P.V.V. kwamen we in competitieverband in 1928 niet tegen.
Wel kwamen we ze halverwege december tegen, toen ze met 3-1 van Excelsior I
Echterbosch wonnen.
In de navolgende jaren werd het voetbalnieuws steeds regelmatiger in De Nieuwe
Koerier opgenomen. In oktober 1929 werd een tweede elftal samengesteld. De
eerste wedstrijd eindigt met een 1-1 gelijk spel tegen het eerste elftal.
Sporadisch komen we enige namen tegen. In de vriendschappelijke wedstrijd tegen
S.C.H. (Herkenbosch) scoort Mouwens het tweede doelpunt (9). Kort daarna moet er
gespeeld worden tegen S.N.A. (Montfort). De uitslag is 3-1 en Mouwens weet twee
keer het net te vinden (10).
Uit 1931 kunnen we een veelheid aan P.V.V.-uitslagen geven. Het eerste elftal
weet zeer regelmatig te winnen en eindigden met 25 punten bovenaan. Het tweede
P.V.V.-elftal daarentegen liep regelmatig tegen een nederlaag, waarbij soms met
forse cijfers verloren werd zoals met 6-0 tegen het tweede elftal van Diergaarde
(11).
In april 1932 werd de gehele opstelling van PVV in de krant vermeld: doelman
Verbeek; achter: Essers en van Montfort; midden: Roubroeks, Peters en ???; voor:
Roemen, Evers, Mooren, Biermans en ??? Helaas was een tweetal namen vanwege een
krantenvouw onleesbaar (12). In juni 1932 wist PVV thuis met 4-0 van SCH (Herkenbosch)
te winnen en werden daardoor kampioen. De doelpuntenmakers waren: Mooren (2x),
Biermans en Mouwens (13). Laatstgenoemde zal wellicht de ontbrekende naam zijn
in de voorhoede van april 1932. Keeper Verbeek kwamen we wellicht ook al in
augustus 1929 tegen. De naam staat als vd Beek vermeld. Verbastering van namen
is een bekend gegeven van de kranten, toen en nu.
Het aantal namen van de PVV-leden is summier te noemen. Over de bestuursleden is
in de kranten nog minder te vinden. Bij de oprichting van PVV in september 1927
bestond het bestuur uit onderwijzer Willem Verschueren (1897-1989) als
voorzitter; Th. Hermans als penningmeester en H. Schoenmakers als secretaris
(14). Tijdens de vergadering werden dertien leden aangenomen. In oktober 1930
wordt Reinier / Neer Willems (1910-1985) met algemene stemmen gekozen tot
secretaris (15). Zoals gewoonlijk was de vergadering op een zondag na de
hoogmis. De oprichtingsvergadering in 1927 was in Café Centraal en stond onder
leiding van de eerder genoemd kapelaan A.F.M. Lenaerts (1888-1967).
P.V.V. bleef daarna nog enkele jaren in competitie en speelde regelmatig
vriendschappelijke wedstrijden en seriewedstrijden, maar werd later om nog
onbekende reden opgeheven. Niet lang daarna, januari 1935, begon het
voetbalbloed weer te kriebelen en werd een nieuwe club opgericht (16). De club
kreeg de naam P.S.V.’35 (eigenlijk R.K.P.S.V.’35). Deze vereniging werd een
blijver met jubileumfeesten in 1985, 1995 en thans in 2010 het 75-jarig bestaan.
Noten.
1 Artikel werd eerder geplaatst in het HVR-kwartaalblad De Klepper van augustus
1995 (pp. 24-29). Voor het artikel 2010 werd de tekst aangepast en een weinig
uitgebreid.
2 De Roermondse kranten staan sinds enkele jaren ook op internet en zijn tot en
met jaar 1939 daar in te zien. Er zijn wel diverse manco’s in het bestand. De
gegevens zijn te raadplegen via de website van het Gemeentearchief Roermond.
3 De Nieuwe Koerier (DNK) 03 juli 1915.
4 DNK 20 september 1921.
5 Theodorus Hermanns, geboren te Posterholt op 16 juni 1901; overleden te
Nijmegen op 11 november 1960.
6 DNK 09 mei 1928.
7 DNK zaterdag 14 juli 1923, pagina 3.
8 RKLVB = Rooms Katholieke Limburgsche Voetbalbond. De RK-kerk wilde met het
oprichten van de bond invloed uitoefenen op het voetbalgebeuren.
9 DNK dinsdag 01 oktober 1929.
10 DNK vrijdag 08 november 1929. Voorbeeld van incomplete krant op website
Gemeentearchief Roermond.
11 DNK woensdag 05 februari 1930.
12 DNK 23 april 1932.
13 DNK 09 juni 1932.
14 DNK zaterdag 17 september 1927, pagina 2.
15 DNK 14 oktober 1930.
16 DNK 10 januari 1935 & DNK 30 januari 1935.
Posterholt – september 2010
KLEINTJE GESCHIEDENIS: DE DODENDRAAD
door Jo Smeets
Posterholt heeft weinig te maken gehad met de oorlogshandelingen van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918), alhoewel als grensplaats nog altijd meer dan de gemiddelde Nederlandse plaats. Nederland was neutraal, maar België, dat ook een neutrale politiek volgde, werd wel door de Duitsers binnengevallen. Een zeer bloedige loopgravenoorlog van ruim vier jaar volgde met Noord-Frankrijk (Verdun) en de provincie West-Vlaanderen (Ieper, rivier de IJzer) als bekende slagvelden. De Belgische bevolking vluchtte massaal waarvan een groot deel in het neutrale Nederland terechtkwam (o.a. te Posterholt op Donkshof). De vluchtelingen werden in enkele grote kampen opgevangen (o.a. te Harderwijk). Om de vlucht vanuit België te beperken bouwden de Duitsers een stroomdaadversperring vanaf Vaals tot aan de Noordzee bij Cadzand. Op de draad stond 2000 volt en maakte daardoor veel slachtoffers. Zeker 500 doden waren te betreuren en elders troffen we cijfers aan van 1500-2000 slachtoffers (1).
In het Belang van Limburg (HBvL) van donderdag 18 maart 2010 is op de frontpagina een bericht opgenomen van een gedeelte herbouw van de dodendraad nabij Hunsel en Molenbeersel. De reconstructie is nabij grenspaal 146 te vinden (2). De burgemeesters Hubert Brouns van de gemeente Kinrooi en Arno Verhoeven van de gemeente Leudal deden op woensdag 17 maart 2010 met het doorknippen van de draad als openingshandeling van de reconstructie (3). Nabij genoemde grenspaal lag vroeger café Kempkes. Inmiddels is het pand een bouwval. De gouden tijden vielen gelijk met de gloriejaren van de smokkelpraktijken in latere jaren. De reconstructie van de dodendraad nabij Molenbeersel is niet het enige herdenkingspunt van de beruchte grensdraad. In de Voerstreek is tussen Sippenaeken en Teuven een stenen monumentje te vinden. Sinds 2000 is een gedeelte van de dodendraad nabij Hamont (grenspaal 174) nagebouwd. Het aantal draden was drie tot zeven stuks en niet altijd stond op elke draad stroom. De lage draden maakten veel faunadoden.
Nederland raakte zijdelings betrokken bij de oorlogshandelingen en kent ook een klein aantal oorlogsslachtoffers. Nabij Bergeijk was op 6 september 1916 het overlijden te betreuren van de vierjarige Peter Wuijts. Hij wilde al spelende onder de draad kruipen met een fataal gevolg. De vader wilde hem van de draad nemen, maar werd gelukkig door omstanders tegengehouden. Anders had het gezin Wuijts, dat op Nederlands grondgebied op slechts dertig meter van de dodendraad woonde, nog een slachtoffer moeten betreuren. Voor de plattelandsbevolking was elektriciteit nog een onbekende energie- en gevarenbron. Vooral was men onwetend van de gevaren. Het is bekend dat enkele mensen de draden handmatig getest hebben, meestal met de dood als gevolg. Een maand na het overlijden van Peter Wuijts was te Bergeijk andermaal een dodelijk slachtoffer te betreuren. Het was de 17-jarige sigarenmaker Fried Hendriks (4). Nabij Bergeijk was het ook een Nederlandse soldaat die de draadtest deed: arm verbrand en blind (5). Hij bracht het wel nog levend vanaf.
Triest is ook het voorval van de vlucht van twee Russische krijgsgevangenen. Ze arriveerden nabij Vaals aan de Nederlandse grens en maakten een dodelijke kennismaking met de draden (6). Wanneer ze iets noordelijker op de Nederlandse grens gestoten waren, hadden ze geen last van de draden gehad.
De dodendraad hield de grote stroom vluchtelingen weliswaar tegen, maar desondanks wisten naar schatting 20.000 mensen de draad te overschrijden. Men had speciale raamwerken gemaakt die tussen de draden geplaatst werden en men kon door het raam ongeschonden de elektrische grens passeren. Ook kon men met een polsstok over de twee meter hoge draadgrens geraken. Of kon men een ladder gebruiken of met speciale tangen de draden doorknippen. Men werd steeds vindingrijker in het overschrijden van de grens. Langs de grens werd tevens gepatrouilleerd en met het omkopen van de grenswachten kon men eveneens ongeschonden de grens passeren.
Grensperikelen meer nabij was er begin september 1916 te Roosteren. Hier werd een Duits vliegtuig door de grenswacht beschoten. Vanwege benzinegebrek moest men op Nederlands gebied landen en het vliegtuig bleek twee treffers te hebben. De piloot werd naar Echt overgebracht (7).
De Duits-Nederlandse grens werd ook bewaakt. De bewaking bestond enkel uit grenswachten. Behalve smokkelaars werd er op militaire vluchtelingen (krijgsgevangenen en later ook deserteurs) gelet. Een groot aantal soldaten in Duitse gevangenschap wist de grens te passeren. Veel van deze geslaagde vluchten kregen een korte vermelding in de krant. Hierbij komen we tal van grensplaatsen tegen zoals Roermond, Herkenbosch, Vlodrop en Posterholt. We geven hier een bericht weer: “Posterholt – Begin deze week kwamen wederom eenige Russische krijgsgevangenen alhier over de grens. Volgens hun zeggen, hadden zij zich zes dagen gevoed met in het veld staande gewassen. Na hier goed onthaald te zijn, werden zij onder geleide naar Roermond getransporteerd.” (8). Ook kwamen er krijgsgevangenen van andere nationaliteiten de grens over.
Over de dodendraad waren er de afgelopen jaren twee druk bezochte lezingen te Thorn en Stramproy. In laatstgenoemde plaats werd deze gehouden door prof. Alex Vanneste, een specialist op het gebied van de dodendraad. Hij is ook de auteur van het boek ‘De draad des doods’ en beheert een omvangrijk fotoarchief over dit onderwerp. In 2006 werd in het karrenmuseum te Essen (nabij Antwerpen) een tentoonstelling over de dodendraad gehouden.
1. DDL 17 april 2004. Specialist Alex Vanneste houdt een dodenaantal aan van 500.
2. Kaartje van de reconstructie aan de Uffeltseweg op de website van heemkundekring Kinrooi. Aldaar is ook meer informatie over de dodendraad te vinden.
3. Fotoreportage (25 foto’s) van de openingshandeling zijn te vinden op www.heemkringkinrooi.be
4. Eindhovens Dagblad (ED) 08 augustus 2008.
5. De Nieuwe Koerier (DNK) 28 september 1915.
6. DNK 09 september 1916.
7. DNK 27 januari 1915.
8. DNK 03 augustus 1916. Direct onder het bericht uit Posterholt een voorbeeld uit Reuver. “Na liefderijk verzorgd te zijn, is hij per trein naar Rotterdam vertrokken.”
Posterholt – maart 2010
SCHOOLHOOFD FRANS VAN HEEL (1864-1930)
door Jo Smeets
In de rubriek ‘Kiek toen’ werd begin 2010 een schoolfoto aangeboden van de lagere jongensschool uit Posterholt. In eerste instantie werd enkel de naam van Sjang Verbeek (1909-2002) gegeven. De foto werd ingebracht door zijn zoon Louis, de zoon van Sjang. Sjang kende als geboortejaar 1909 en de onderwijzer werd herkend als meester Frans van Heel. Hij gaf les aan de hoogste klassen en de foto kan daarom rond 1919-1921 gedateerd worden. Op de foto houdt een van de leerlingen het bordje klas V en VI omhoog. De drie onderwijzers hadden elk een dubbelklas onder hun hoede. Vermoedelijk staan (knielen) de jongeren vooraan en de (grotere) ouderen van klas zes achteraan. De leerlingen zijn dan van de geboortejaren 1907-1909 en mogelijk door een bisjaar nog een jaar ouder.
De
onderwijzer Frans van Heel was in 1921 al een lange periode aan de Posterholtse
school verbonden. Hij werd geboren te Susteren op 01 mei 1864 en is hiermee van
hetzelfde geboortejaar als Gerard Krekelberg. Joseph van Heel en Anna Niesen
waren zijn ouders. Frans ging na de lagere school normaallessen volgen om
onderwijzer te kunnen worden. In 1884 werd hij als twintigjarige aangesteld te
Posterholt. Het aantal leerkrachten was slechts twee man groot en er was een
vacature vanwege het vertrek van onderwijzer Jacob Hubert Meuwissen naar Bergen
op Zoom. Deze uit Linne afkomstige onderwijzer was nog geen jaar te Posterholt.
De lagere school was toen nog een openbare school en de gemeente was de baas. In
de Maas- en Roerbode van 12 en 19 april 1884 werden twee wervingsadvertenties
geplaatst. De jaarwedde staat niet vermeld. “Nader overeen te komen”, staat
aangegeven. In laatstgenoemde krant zijn overigens van meerdere plaatsen
advertenties opgenomen: Roggel, Meijel, Neeritter, Baexem en Stevensweert. Te
Meijel worden twee onderwijzers gevraagd waarvan de ene een jaarwedde van fl 550
kan verwachten en de andere vijftig gulden minder. Verder kwamen we in deze
krant twee bedragen van fl 450 tegen. Frans kon te Posterholt beginnen voor fl
500, een mooi gemiddelde jaarwedde.
Bij zijn benoeming te Posterholt in 1884 was Adriaan Stolk het schoolhoofd daar (1). Hij bleef dit tot 1902 en ging daarna te St. Odiliënberg wonen. Stolk kon als pensioen jaarlijks fl 575 verwachten en als gemeentecadeau kreeg hij een hanglamp (2). Frans van Heel werd het nieuwe schoolhoofd. In november 1924 vroeg deze zijn ontslag als schoolhoofd en onderwijzer H.H. Beek (1899-1986) werd na enige maanden zijn opvolger (3). Er waren vijf kandidaten voor de baan (4). Het gemeentebestuur koos voor Beek, die toen nog onderwijzer te Horn was (5). In de periode 15 mei 1922 tot april 1925 was Willem Verschueren (1897-1989) waarnemend schoolhoofd, daar Frans van Heel toen met ziekteverlof was. Beek nam in 1930 weer afscheid om te Helden schoolhoofd te worden aan de nieuwe lagere landbouwschool (6). Na 1930 kon Lei Stoks (1899-1974) zich schoolhoofd van de Posterholtse St. Aloysiusschool noemen (afscheid in 1964). In 1929 was de school van openbare in een bijzondere lagere school omgezet. Rond dit jaar werden de meeste lagere jongensscholen omgezet en in plaats van de gemeente was nu de parochie (lees: pastoor) de schoolbaas (7). De meisjesscholen waren vanaf de oprichting al bijzonder onderwijs doordat ze aan kloosters verbonden waren.
Per 01 mei 1924 was Frans van Heel veertig jaar verbonden aan de Posterholtse school. Dit robijnen jubileum werd uitgebreid gevierd (8).
Frans van Heel bleef te Posterholt wonen en overleed op 29 december 1929. Op vrijdag 02 januari 1931 was zijn druk bezochte begrafenis (9). In de laatste krant van 1930 is een rouwadvertentie opgenomen met de namen van zijn bedroefde familie: echtgenote Antoinette Heijligers (1873-1951) en de kinderen Celi, Mia, Emilie en Jozef (Sef) (10). Laatstgenoemde werd ook onderwijzer. Vanaf 1936 aan de lagere school te Posterholt en later aan de lagere landbouwschool te Pey-Echt. En ook kleinkinderen van Frans kwamen in het onderwijs terecht.
In de periode dat Frans van Heel les te Posterholt gaf kreeg hij te maken met diverse veranderingen. De bevolking groeide van circa 1300 inwoners in 1884 tot bijna 2000 per 01 januari 1924. En hiermee groeide ook het aantal leerlingen. Extra groei door de invoering van de leerplicht in 1900. In 1909 werd een derde leerkracht aangesteld. Als onderwijzers in de periode Van Heel kwamen we de volgende namen tegen: Cox, Roeffen, Vrancken, Van den Heuvel (11), Claessen, Kisters, Janssen, Rulkens (12), Bosmans en Stoks. De lijst kan mogelijk nog aangevuld worden. In de kranten verschenen regelmatig wervingsadvertenties (13). Door de leerlingengroei moest de school met bouwjaar 1863 enkele malen uitgebreid worden. In 1907 kreeg hij te maken met een kritisch rapport van de schoolinspecteur Kruijtzer uit St. Odiliënberg (14). Zelfs de krant maakte melding van de slechte toestanden: onvoldoende ventilatie, slecht verfwerk en smerige urinoirs (15)
Bij zijn benoeming in 1884 was de lagere school nog gemengd. De meisjes vormden een minderheid. In 1897 begonnen de zusters Ursulinen met een lagere meisjesschool.
Frans moet normaliter de meeste kinderen met geboortejaar 1878 tot en met 1916 in zijn school en nagenoeg allen in zijn klas hebben gehad.
In de periode dat Frans van Heel te Posterholt actief was in het onderwijs kan de onderwijzer en nog meer het schoolhoofd als een autoriteit aangemerkt worden. Een vraagbaak in een groot aantal zaken en de onderwijzer was niet zelden de nieuwsbron voor menig regionaal krantenartikel. Bij de oprichting van de plaatselijke Boerenleenbank in 1902 kwam hij in de driekoppige Raad van Toezicht. De andere twee waren kapelaan J. Blonden en M. Puts (16). In 1918 kwam hij in het voorlopige bestuur van de R.K. Kiesvereniging. Andere namen uit dit bestuur zijn: P. Peters (voorzitter), P. Smeets (penningmeester), P. Bosch en J. Willems. De vereniging telde 200 leden (17).
1. In welk jaar Frans van Heel zijn onderwijsakte behaalde, is bij het opstellen van dit kort artikel niet bekend. Gewoonlijk was men nog een tiener bij het afsturen. Men kon als veertienjarige al beginnen met het nemen van normaallessen voor de onderwijsakte. Frans kan voor zijn aanstelling te Posterholt nog elders gegeven hebben.
2. De Nieuwe Koerier (DNK) 21 december 1901, pagina 2; DNK 14 januari 1902; DNK 09 oktober 1902.
3. DNK 22 november 1924.
4. DNK 24 december 1924.
5. DNK 28 maart 1925.
6. DNK 04 november 1930, pagina 5.
7. St. Odiliënberg in 1924; Pey en Putbroek / Maria Hoop in 1929; Melick in 1935; Herkenbosch pas in 1956!
8. DNK 03 en 06 mei 1924.
9. Een kort verslag, slechts acht regels lang, van de begrafenis in DNK van 03 januari 1931.
10. Geboortedata naar CD-rom Har Knoben van de kinderen Van Heel: Catharina M. A. werd geboren op 26 februari 1903; Maria A.C.J. werd geboren op 20 januari 1905; Emilie M.J.C.E. (Lily) werd geboren op 15 april 1915; Jozef F.A. (Sef) werd geboren op 07 september 1916. De kinderen van Frans van Heel overleden in 1963, 1976, 1984, 1987. In de rouwadvertentie van 1930 tevens de vermelding van schoonzoon J. van de Laar en dat Frans bij zijn overlijden grootvader was. Opvallend: de HVR / Roerstreekmuseum bezit geen bidprentje van Frans van Heel. Kopie of origineel is van harte welkom.
11. Johannes Hendrikus van den Heuvel (1883-1965) werd per 16 mei 1914 schoolhoofd te Melick.
12. Jean Rulkens (1896-1967) werd in 1921 schoolhoofd te Vlodrop. Toevallig trad in het jaar van de aanstelling van Jean vader Rulkens af als schoolhoofd te Herkenbosch.
13. Advertenties onder andere in mei 1909; april 1910; september 1911 en november 1912. Het verloop was blijkbaar groot.
14. Zie Roerstreek’75 (HVR-jaarboek 7); artikel G. van Bree.
15. DNK 02 mei 1908.
16. DNK 11 maart 1902, pagina 3.
17. DNK 12 januari 1918.
Een uitgebreid artikel over het onderwijs te Posterholt in de 19de eeuw is te vinden in Roerstreek 2001 (HVR-jaarboek 33), pp. 94-123; artikel M.J. Veelen. Op pagina 118 treft u daar een schoolfoto uit 1906 aan met schoolhoofd Frans van Heel. De foto is overgenomen van de HVR-publicatie uit 1980 ’Roerstreek in oude prenten 1885-1935’, pagina 376. In dit fotoboek de namen van de meeste leerlingen.
Posterholt – maart 2010
ROERSTREEKKRONIEK
Door Jo Smeets
In 1969 presenteerde de Heemkundevereniging Roerstreek (HVR) haar eerste
jaarboek. Gelijk werd een overzicht opgenomen van de belangrijkste
gebeurtenissen in de Roerstreek in de jaren 1967 en 1968. De Roerstreekkroniek
werd een vast onderdeel van het jaarboek en de jongste uitgave, het in september
2009 gepresenteerde Roerstreek 2009, is hierop geen uitzondering. De jongste
kroniek is zeer uitgebreid en is samengesteld door plaatselijke correspondenten.
De eerste kroniek in 1969 werd samengesteld door HVR-voorzitter Piet Gootzen,
die vanwege zijn baan bij de krant, destijds nog de Maas- en Roerbode,
gemakkelijk aan nieuws en foto’s kon komen. Het idee van jaarboek met kroniek
werd overgenomen van de verschillende jaarboeken uit de naburige Duitse Kreisen.
Voor Limburg had het HVR-jaarboek een pioniersfunctie.
De schrijver dezes heeft de Roerstreekkroniek ook enige jaren (mede) mogen
samenstellen. Toen is ook gebleken dat het samenstellen niet altijd eenvoudig
was. Niet alle nieuws is gemakkelijk te vergaren. In mijn eigen verzamelgebied,
gegevens over gouden bruiloften in de Roerstreek, is dit herhaaldelijk gebleken.
De ene keer een boos telefoontje dat een 50-jarig huwelijk absoluut niet
gepubliceerd mocht worden en in een ander geval een verontwaardigd bericht
waarom juist hún gouden bruiloft was vergeten. “Neen, door omstandigheden was
het gouden feest niet gevierd.” (ziekenhuisopname) kreeg ik als antwoord. Maar
ik had ze toch in de kroniek moeten opnemen!
In de kroniek worden in de regel berichten opgenomen van bijzondere
aanstellingen en afscheidsvieringen (o.a. burgemeester en pastoor). De
carnavalsprinsen vormen eveneens een vast onderdeel. De openingen van openbare
gebouwen eveneens. Tot circa 1980 werden tal van Roerstreekgebouwen geopend en
ingezegend. Elk Roerstreekdorp kreeg zijn eigen sporthal, bibliotheek, en
nieuwbouw bank en/of gemeentehuis. Bijzondere (hogere) jubilea worden eveneens
in de Roerstreekkroniek opgenomen, waarbij we de huwelijksjubilea al genoemd
hebben.
Een kort overzicht van de belangrijkste data uit de Posterholtse historie is als
KRONIEK POSTERHOLT opgenomen in het jubileumboek “Dörp aan ’t Vlaot” (1997) (1).
De kroniek is gezien het aantal behandelde jaren summier te noemen.
Kerkgeschiedenis en de 20ste eeuw voeren de boventoon.
Een overzicht van de Roerstreek in 2008 is opgenomen in HVR-jaarboek ROERSTREEK
2009. Later dit jaar kan het overzicht van 2009 verwacht worden. Naar traditie
van de laatste jaren zal HVR-jaarboek 2009 begin september gepresenteerd worden.
Voor een overzicht van het landelijk en wereldnieuws verschijnen er vele jaren
in een grote oplage twee kronieken. “Het aanzien van ….” en de kroniek van
dagblad De Telegraaf zijn de bedoelde kronieken. Soms met nieuws uit eigen
regio. Zo werd in 2008 het overlijden van de Maharisi uit Vlodrop-Station
gememoreerd. In “Het aanzien van 1982” troffen we een foto met korte tekst aan
van bijzondere vondsten uit de Romeinse tijd, opgegraven te Maasbracht-Beek. Het
opgraafteam van de Heemkundevereniging Roerstreek was zeer nauw bij dit
onderzoek met belangwekkende vondsten (fresco’s / muurschilderingen) betrokken.
Over de KRONIEK OVER 2010 kunnen we thans al melden dat er enkele grootse
jubilea te Posterholt te vieren zijn:
- 5 x 11 jaar carnavalsvereniging De Biemösje.
- 75 jaar voetbalclub PSV’35.
- 60 jaar geleden werden opgericht: handbalclub HCP; Politiehondenvereniging Ons
Genoegen; Buurtvereniging St. Gerardus.
- 75 jaar geleden werden opgericht: Toneelvereniging Kunst en Vermaak; Groene
Kruis (2).
Verder hebben we over 2010 al enkele data genoteerd waarop een gouden of
diamanten bruiloft verwacht kan worden. Er staan geen hogere huwelijksjubilea
gepland. Verder uitkijken naar Koninginnedag: wie is / zijn nu de gelukkige(n)
bij het ontvangen van een koninklijke onderscheiding.
Noten
(1) Jubileum Postert 1147-1997, zie pp. 17-36 (artikel M.J. Veelen).
(2) Voor dit mini-overzicht hebben we enkel gekeken naar de oprichtingsjaren
1910, 1935, 1950 en 1960. Naar jongere en tussengelegen jubilea hebben we geen
onderzoek gedaan.
Posterholt – januari 2010
Opmerking:
In het bovenstaande
wordt door Jo Smeets vermeld dat Toneelvereniging Kunst en Vermaak 75 jaar
geleden werd opgericht. Dat klopt.
Echter......
Omstreeks 1963 is de vereniging opgeheven.
Op 22 november 1977 vond de heroprichting plaats en er werd besloten dat de
(nieuwe) vereniging dezelfde naam zou dragen: Kunst en Vermaak.
Dus..... wél een puike voorstelling in 2010 maar géén jubileumviering!
Met vriendelijke groet,
Henny Schmitz-Ridderbeks
Toneelvereniging Kunst en Vermaak
Secr. Henny Schmitz-Ridderbeks
Vlodropperweg 3
6061 BA Posterholt
e-mail: kunstenvermaak@home.nl
www.kunstenvermaakposterholt.nl
UIT DE VOORGESCHIEDENIS VAN DE CARNAVALSVERENIGING
Door Jo Smeets
Met het oprichten van De Biemösje en het uitroepen van Pierre Jacobs tot de
eerste Posterholtse carnavalsprins in 1955 kreeg de gemeenschap er een actieve
vereniging bij. In de jaren vijftig werden links en rechts in Midden-Limburg tal
van gelijke verenigingen opgericht. Die van Herkenbosch waren er wat vroeger bij
(sinds 1937) (1) en die van Vlodrop sloten in 1964 de Roerstreekrij (2). Wel
zijn er in enkele plaatsen later een tweede vereniging opgericht zoals in 1998
(?) te Linne met C.V. De Sjtoepkloekers en in de periode 1970-1988 in buurtschap
’t Reutje (Vlaotvaigers en later de Moosköp). Carnavalsvereniging De Plekkers
uit Merum hebben 1966 als beginjaar en de Waterratte van Ool gaan als sinds 1953
mee.
Dat de Posterholtse carnavalsvereniging in 2010 haar 5 x 11-jarig bestaan viert
is in de dag- en weekbladen al uitgebreid aan bod gekomen: o.a interview met de
eerste prins en de prinsenplaatjesactie bij de plaatselijke supermarkt. De
geschiedenis van de carnavalsvereniging zal op korte termijn in boekvorm
verschijnen. De verschijningsdatum staat voor 29 januari geplans. Vóór 1955 werd
in onze contreien ook al stevig carnaval gevierd. In de oude kranten konden we
enkele gegevens destilleren. De meest in het oog vallende activiteiten zijn het
uitbrengen van een carnavalskrant en het houden van een optocht. We zochten de
gegevens op van voor de Eerste Wereldoorlog.
Betreffende Posterholt kwamen we al in 1905, 1908 en 1909 een CARNAVALSOPTOCHT
tegen in de oude kranten. Helaas hebben we tot heden geen gegevens over een
optocht in de 19de eeuw gevonden. Van andere Midden-Limburgse plaatsen waren
deze wel bekend. De eerste en derde optocht werden georganiseerd door Schutterij
St. Cornelius. Die van 1908 was in handen van de voetbalvereniging Oranje Boven,
een club die we slechts in de jaren 1908 en 1909 in de krantenarchieven
tegenkwamen. Van de route van zondag 5 maart 1905 is het traject bekend: vanaf
kasteel Aerwinkel, de woning van de toenmalige burgemeester Jules Geradts, tot
aan de grens. Het vertrek was om half twee en er deden acht wagens en enige
groepen mee (3).
Voor zover thans bekend dateert de eerste CARNAVALSKRANT eveneens uit 1905. In
1909 werd behalve de optocht ook een carnavalskrant uitgegeven (4). In beide
jaren was Schutterij St. Cornelius de organiserende vereniging. Aan deze
schutterij was ook een toneelafdeling verbonden. Het kwam in die jaren zeer
regelmatig voor dat een schutterij andere afdelingen had. Van de krant 1909 is
gelukkig een exemplaar gewaard gebleven. Een fotokopie hiervan is opgenomen in
het archief van het Roerstreekmuseum te St. Odiliënberg. Het uitbrengen van een
carnavalskrant was in 1909 vormde geen uniciteit, maar was wel zeldzaam. Een
tweetal voorbeelden staan vermeld in het artikel in Roerstreek’96: Heel en
Panheel in 1897 en Montfort in 1906. Die van Heel en Panheel werd De Draak, naar
het draaksteken daar, genoemd en is als “1e Jaorgank no: 1” weergegeven.
Blijkbaar de eerste krant in de historie van genoemde plaats met plannen voor
meer carnavalskranten. In welke mate rond 1900 het analfabetisme nog meespeelde
is ons niet bekend.
ELDERS IN DE ROERSTREEK werden in de eerste decennia van de 20ste eeuw eveneens
optochten gehouden en carnavalskranten uitgebracht. In de HVR-jaarboekenreeks is
over de optocht en krant van 1906 te Montfort een tweetal artikelen gepubliceerd
(5). Bij de optocht moeten we enkele kanttekeningen maken. Deze werd gehouden op
de zondag vóór carnaval. Een zeer waarschijnlijke reden is om zo juist meer volk
te trekken. Een tweede aantekening is dat het hier geen carnavalsoptocht naar we
tegenwoordig kennen betreft, maar een historische optocht. In de krant De Nieuwe
Koerier en weekblad Echter Weekblad komt de optocht van 1906 uitgebreid aan bod.
Historische optochten kwamen we in de kranten van voor 1940 wel vaker tegen en
vele malen was dit tijdens de carnavalsdagen. In de kranten van de 19de eeuw
staan dergelijke optochten als cavalcade aangekondigd.
De optocht van 1906 wordt tevens gezien als het oprichtingsjaar van de
carnavalsvereniging te Montfort. Na 1906 treffen we echter geen gegevens over
deze vereniging aan en onze aantekening van een eerste prins carnaval te
Montfort dateert van 1956. Dit zien we dan ook eerder als oprichtingsjaar van
D’n Uul van de Grauwert dan 1906. Dat er na 1906 gezamenlijke
carnavalsactiviteiten te Montfort waren kan het uitgeven van een carnavalskrant
in 1923 als bewijs gelden. In 1936 was er een optocht en een gekostumeerde
voetbalwedstrijd (6).
De eerder genoemde jaartallen van optochten te Posterholt lijken ons echte
carnavalsoptochten te zijn, daar in de berichtgevingen de vermelding van
‘historische optocht’ steeds achterwege blijft. De carnavalsoptocht van Thorn in
1901 kan gezien de vermelding van de groepen in een advertentie gezien worden
als een historische optocht (7). De optocht telt 18 groepen waarbij nummer 11
opvallend is: een reclamewagen. De optochten die we in de kranten van rond 1900
tegenkwamen hadden meestal een sterk recent wereldhistorisch karakter en het
element van het plaatselijk nieuws ontbreekt. Waren die van Posterholt toch
historische optochten of werd het een stoet met historische elementen?
Roermond kende in 1903 nog geen jaarlijkse optochttraditie. Na vele jaren is er
in genoemd jaar weer een optocht. De organisatie was in handen van “Roermond
Vooruit” (8). Een voorlopig eerste vermelding van een optocht in een
Roerstreekplaats troffen we aan het De Nieuwe Koerier van 07 februari 1891. Deze
optocht werd te Melick gehouden en tevens werd er gecollecteerd voor de armen.
Hoe omvangrijk een stadsoptocht te Maastricht was in genoemd jaar troffen we
eveneens in een krantenbericht aan (9): 900 personen, 40 wagens en rijtuigen,
325 paarden, 3 sleden met bellen, 6 tandems, 7 muziekkorpsen enzovoort.
Was Pierre Jacobs de eerste CARNAVALSPRINS te Posterholt of waren er voor 1940
ook al prinsen? Uit de krantengegevens konden we niet direct een aanwijzing
vinden dat het vooroorlogse Posterholt al een prins carnaval gekend heeft. Ook
zouden door mondelinge overleveringen tegenwoordig nog wel een naam circuleren.
Wel vonden we enkele verslagen uit de eerste decennia van de 20ste eeuw van
optochten in diverse dorpen met de vermelding van een prins carnaval: Helden
(1897), Thorn (1901), Reuver (1910) en Nederweert-Eind (1911) (10). Uit de
Limburgse steden kwamen we meerdere meldingen tegen van carnavalsprinsen en
kenden mogelijk in de 19de eeuw een jaarlijkse traditie. De prins van Helden uit
1897 is zelfs gefotografeerd. De naam van de fotograaf staat in het
krantenverslag: de heer Koolen maakte diverse opnames van de optocht met de
praalwagen. Volgens het verslag waren er duizenden (!) toeschouwers.
Naar deze gegevens en van andere Midden-Limburgse plaatsen kan er voor de oorlog
al een Posterholtse prins carnaval geweest zijn. Nu op zoek naar nieuwe
historische gegevens en wie weet kunnen we u volgend jaar een naam presenteren.
Namen van speciale voor de carnavalsviering opgerichte VERENIGINGEN kwamen we de
krantenverslagen ook tegen. In de jaren 1895 en 1896 werden optochten gehouden
te Maasniel. In het eerste jaar staat geen naam van de organisatoren genoemd,
maar in 1896 is de regie in handen van het Gezelschap De Lempussen (11). In het
krantenarchief kwamen we deze naam enkel in 1896 tegen. Tijdens beide optochten
kwamen we overigens geen vermelding van een carnavalsprins tegen. Maar wel een
ander element dat we in meerdere carnavalsverslagen van rond 1900 aantroffen: er
werd GECOLLECTEERD VOOR DE ARMEN. Dergelijke geldinzamelingen vonden we ook bij
de carnavalsoptochten te Helden in 1893 te Ohe en Laak in 1894 (12).
Nog even terug naar de VOOROORLOGSE CARNAVALSVIERINGEN te Posterholt. Veel
voorkomende feestonderdelen waren een concert en de uitvoering van een
toneelvoorstelling. Deze elementen komen we ook elders in de Midden-Limburgse
dorpen tegen. Posterholt had met de kermis nog een extra attractie en een
concert tijdens de kermisdagen was een vast onderdeel.
Een advertentie met aankondiging van een toneelvoorstelling tijdens de
vastenavondsdagen troffen we aan in De Nieuwe Koerier van zaterdag 11 februari
1896. Direct eronder een opvallende advertentie: in het café van Piet Nederdael
te Roermond worden geen gemaskerden toegelaten. Dergelijke advertenties kwamen
we zeer regelmatig tegen in de carnavalsperiode. Dat de toneelvoorstelling in
het schoollokaal werd gehouden was toen niet ongebruikelijk. De school werd ook
frequent als ‘concertzaal’ gebruikt. Twee jaar later is het schoollokaal wederom
de plaats om daar op carnavalszondag 20 februari te zijn. Toneelvereniging
‘Onger einen hoot’ gaf er een concert (13). Posterholt kende toen nog geen
instrumentale muziekvereniging. De harmonie werd later dat jaar opgericht. Weer
twee jaar later organiseert genoemde toneelvereniging wederom een
carnavalsconcert. Nu met de vermelding van ‘met medewerking van harmonie
Wilhelmina’ (14).
De kermisdagen in 1900 verliepen niet geheel naar ieders wens. J.H. Heyligers
werd het slachtoffer van een ernstige mishandeling. Een maand later was een
rechtzaak gepland, maar H. kan niet verschijnen. Zijn toestand laat dit nog niet
toe. De dader werd veroordeeld tot twee jaar gevangenis en moest H. een
schadevergoeding betalen van fl. 146.92 (15). Dit bedrag komt al gauw overeen
met een half jaarloon van een eenvoudige arbeider.
Noten:
(1) Eerste prins carnaval in 1937: Harry van Birgelen. De tweede prins werd in
1947 uitgeroepen.
(2) Herten-Ool sinds 1953; Linne (1952), Melick (1957), St. Odiliënberg (1952).
(3) De Nieuwe Koerier (DNK) 25 februari 1905 (bericht + advertentie). Tweede
advertentie kondigt concert in het schoollokaal aan (entree 30 en 24 cent).
(4) Zie boek “Dörp aan ’t Vlaot” (1997), artikel Henk Kars (pp. 90-93). We
verwachten dat deze krant en optocht ook aan bod komen in het aangekondigde
jubileumboek.
(5) Roerstreek’85, pp. 134-138 (artikel Pierre Bakkes) en Roerstreek’96, pp. 4-9
(artikel Jo Smeets).
(6) De Nieuwe Koerier (DNK) 22 februari 1936.
(7) DNK 16 februari 1901.
(8) DNK 25 februari 1903.
(9) DNK 02 maart 1897; DNK 16 februari 1901; DNK 05 februari 1910; DNK 03 maart
1911. De lijst is nog eenvoudig verder uit te breiden. Over de optochten te
Maasniel 1895 en 1896 is een artikel ingezonden voor de website Maasniel. Voor
Echt (optocht 1893) en Ohe en Laak (optochten 1893 en 1894) is een artikel in
voorbereiding.
(10) DNK 29 januari 1891. De optocht werd gehouden op carnavalsmaandag 09
februari en tevens werd er gecollecteerd voor de armen. Men kon deze collecte
afkopen met kaarten van 50 cent.
(11) DNK 02 maart 1895 en DNK 22 februari 1896.
(12) DNK 28 januari 1893 en DNK 23 januari 1894.
(13) Twee korte berichten over de aanstaande kermis in DNK 19 februari 1898.
(14) DNK 17 februari 1900.
(15) DNK 17 en 20 maart 1900 en DNK 12 april 1900.
Posterholt – januari 2010
ROERSTREEK 2009
Door Jo Smeets
Op vrijdagavond 18 september jl was in Oolderhof te Ool de
feestelijke presentatie van Roerstreek 2009, het 41ste HVR-jaarboek.
Met 216 pagina’s is de publicatie omvangrijk te noemen en gelijke opmerking kan
herhaald worden bij het aantal afbeeldingen. Het merendeel is in kleur. Het
geheel geeft een fraai aanzicht, maar is het inhoudelijke ook aantrekkelijk? We
mogen dit gerust bevestigend beantwoorden. De onderwerpen zijn gevarieerd:
archeologie, zeer veel streekhistorie, biologie, oude foto’s: kortom de meeste
onderwerpen van het heemkundig pallet worden in de nieuwe publicatie gekleurd
weergegeven. Het werk (redactie en schrijvers) is nagenoeg geheel afkomstig van
heemkundige liefhebbers. Aanzicht en inhoud zijn zeer professioneel. Men heeft
ook een naam hoog te houden, want provinciaal gezien kent het HVR-jaarboek een
hoge waardering.
Het werkgebied van de Heemkundevereniging Roerstreek (HVR) zijn de acht kerkdorpen: Herkenbosch, Herten, Linne, Melick, Montfort, St. Odiliënberg, Posterholt en Vlodrop. Acht vergelijkbare kerkdorpen met een eigen plaatselijke geschiedenis, maar grotendeels gezamenlijke streekhistorie. In Roerstreek 2009 is een gelijke aandacht voor alle kerkdorpen helaas niet gehaald. Posterholt is een gunstige uitzondering; Melick en Herkenbosch staan aan de ongunstige zijde. Diverse onderwerpen handelen over Posterholt en/of komen van de hand van een auteur uit dit straatdorp.
Archeoloog Huub Schmitz geeft zijn visie over de opgraving van een Vroeg-Middeleeuws grafveld ‘oppe Varsj’ en de connectie met het oude Sint Jans Kluis (‘de kloes’). Hij is in het gebied tussen Posterholt en de Duitse grens al ruim drie decennia archeologisch actief en heeft en heeft er vele relicten vanaf de steentijd tot en met subrecente voorwerpen gevonden (1). In het jaarboekartikel is een aantal vondsten in kleur afgedrukt.
Jeu Veelen heeft inmiddels een groot aantal publicaties over de Posterholtse geschiedenis achter zijn naam staan. In Roerstreek 2009 beschrijft hij de historie Donkshof. Het is van oorsprong een oude monumentale pachthoeve, maar de huidige onbewoonde staat is weinig meer dan een bouwval. In het artikel passeren tal van eigenaars en pachters van de eens monumentale hoeve.
Ted Jongerius schrijft over “De ‘sinistere Dr. Weekers’” met als ondertitel een criminele kwakzalver uit de Roerstreek. Als jongeman woonde hij korte tijd te Posterholt en na enige studies vestigde hij zich in 1902 als homeopaat in Sint Jans Kluis. In de jaren daarna volgde een tocht langs vele plaatsen met diverse malen een stop bij de rechtbank en gevangenis. Gelukkig was de man hardleers want anders had Jongerius niet zo’n lezenswaardig artikel weten te schrijven.
Jack Geraeds, werkzaam als archeoloog bij de Grontmij, publiceerde over zijn onderzoek naar de kasteeltuin van Montfort. Het artikel is rijk geïllustreerd met oude (kleuren)afbeeldingen en foto’s van het archeologisch onderzoek.
Onvermeld zijn nog de talrijke dialectbijdragen van Toos Schoenmakers-Visschers uit Vlodrop en Henk Kars uit Posterholt. Beide schrijvers komen we in de laatste jaarboeken herhaaldelijk tegen.
Andere onderwerpen uit het 41ste HVR-jaarboek zijn onder andere: herinneringen aan pastoor Martens uit Vlodrop; paddenstoelen en dood hout in het Munnichsbos; schoolstrijd Montfort; Linner Kruutsboum (herplaatst kruisbeeld Berkenallee); ontwerptekening uit 1885 van hoogaltaar kerk te Herten; de marskramer; zigeuners in de 18de eeuw in de Roerstreek; de kasteeltuin van kasteel te Montfort; oude en recente foto’s St. Odiliënberg. Mijn eigen bijdrage handelt over overlijdensadvertenties in de Roerstreek 2007-2008. Aan de hand van rouwadvertenties uit genoemde jaren werden diverse turflijsten aangelegd. Hieruit bleek onder andere dat minimaal de helft van de overledenen in de Roerstreek werd gecremeerd. Het percentage kan nog een weinig hoger zijn, daar van enkele rouwadvertenties niet afgeleid kan worden of de overledene begraven of gecremeerd werd. Er zijn vergelijkingen gemaakt met de rest van Limburg, Belgisch Limburg, rouwadvertenties 1964 en een traditie tijdens een overlijden en begrafenis te Posterholt anno 1949 (2).
Twee vaste bijdragen in de het jaarboek vormen de overzichten van het Roerstreeknieuws (kroniek) (3) en het verslag van de HVR-voorzitter Jack Geraeds uit Posterholt over de vereniging in 2008. Het verslag van de HVR-voorzitter is met ruim drie pagina’s deze keer kort gehouden en helaas zonder afbeelding. Ook is in het verslag duidelijk dat het huidige bestuur niet geheel op de hoogte is van de HVR-historie. In januari 2008 was het overlijden te betreuren van John Lemmens, die een jaar waarnemend voorzitter van de vereniging en meerdere jaren museumbeheerder, vice-voorzitter en secretaris. Eerste en laatste functie bleven onvermeld. Jammer dat zijn foto in het jaarverslag ontbreekt.
Bekijken we de gehele inhoud van het omvangrijke deel 41 van de lange HVR-jaarboekenreeks dan moeten we constateren dat Melick en Herkenbosch dit jaar helaas niet aan bod komen. Het lukt niet om aan elk van de acht Roerstreekdorpen aandacht te besteden in het jaarboek, maar Herkenbosch is de laatste jaren helaas te vaak buiten de jaarboekboot gevallen. Er zijn weliswaar enkele Herkenbosschenaren met dorpshistorische publicaties achter hun naam, maar hun namen ontbreken helaas in de auteurslijsten van de HVR-jaarboeken. Misschien wel in de lijst van Roerstreek 2010.
Roerstreek 2009 kent een oplage van ruim 1200 stuks en hiervan zijn er al circa 800 gereserveerd voor de HVR-leden. Blijven 400 stuks over voor de vrije verkoop, hetgeen per Roerstreekdorp slechts 50 stuks is. Of eigenlijk minder, want veel exemplaren komen bij de lezers in Roermond of elders in Limburg terecht. Jammer dat er zo weinig reclame gemaakt wordt voor toch het jaarlijks hoogtepunt op heemkundig gebied. Twee weken na de uitreiking helaas nog geen berichtgeving in het Posters Waekblaad en de gratis weekbladen (Trompetter, Zondagsnieuws en De Stad Roermond). Op de HVR-website is wel een korte bijdrage geplaatst, maar inmiddels door ander nieuws naar achteren verdrongen. Met een beetje goede wil had dit toch al met enkele foto’s van de feestelijke uitreiking al de dag na de presentatie kunnen geschieden.
In Dagblad de Limburger verscheen een week na de uitreiking wel een korte vermelding in de regio-katern. Plaatsing in de krant is afhankelijk van een journalist en redactie. Plaatsing in een van de genoemde weekbladen is afhankelijk van eigen werkzaamheden van de heemkundevereniging. Qua uitgave is Roerstreek 2009 een treffer; qua publiciteit een grote misser.
N.B.: wilt u Roerstreek 2009 niet als misser in uw jaarboekenreeks hebben, dan kunt u onder andere terecht in het Roerstreekmuseum te St. Odiliënberg of bij kantoorboekhandel Sanna te Posterholt. Voor 17,50 euro wordt u eigenaar van het boek.
(1) Zie hiervoor speciaal zijn website ( http://www.archeologie-posterholt.nl ).
(2) We komen hier in 2010 op terug in een apart artikel op deze website.
(3) Over de kroniek schrijven we binnenkort een apart artikel.
Posterholt – september 2009
OUD-KAPELAAN
VERHEGGEN OVERLEDEN
Door Jo Smeets
Op 96-jarige leeftijd overleed op woensdag 8 april 2009 oud-kapelaan H.C.A.
Verheggen te Maastricht. Zijn uitvaartdienst vond in zijn overlijdensstad plaats
en de begrafenis in zijn geboortestad Roermond. Bij zijn overlijden was hij de
oudste priester van het Bisdom Roermond. Hij was sinds 1976 met emeritaat. Zoals
in katholieke kringen gebruikelijk werd een herdenkingsprentje uitgebracht. Op
de achterzijde (ongebruikelijk) een mooie kleurenfoto van een bejaarde Verheggen
en op de frontzijde een kleurenafbeelding van de Emmausgangers. In de tekst
vermelding van zijn liefhebberijen: kerkgeschiedenis, klassieke talen,
Hebreeuws, fotografie en klassieke muziek. Jarenlang reisde hij op woensdag naar
Amsterdam om daar het lunchconcert van het Concertgebouworkest bij te wonen.
Verder weten we van enkele ontmoetingen met hem in het Roerstreekmuseum dat de
streekgeschiedenis ook binnen zijn grote interessegebied lagen.
H.C.A. Verheggen werd geboren te Roermond op 13 januari 1913 en kreeg als
doopnamen Henricus Casparus Alphonsus. Harrie werd zijn roepnaam en die van zijn
tweelingbroer werd André. Deze had als doopnamen Andreas Constant Christoffel.
De ouders zijn Petrus Hubertus Verheggen (….-1958) en Anna Maria Nijskens
(1869-1960). Vader Petrus is onderwijzer geweest aan de lagere school het Klein
College in de Munsterstraat te Roermond.
TWEELINGBROER
Tweelingbroer André moeten we in de levensbeschrijving van Harrie mee vermelden
daar ze samen langdurig samengewoond hebben. Ook André koos voor het
priesterambt en samen werden ze door bisschop Lemmens gewijd op 2 april 1938.
André ging op 65-jarige leeftijd in 1978 met emeritaat en woonde daarna nog vele
jaren samen met Harrie in de ouderlijke woning in de Thorbeckestraat te Roermond.
André was na de priesterwijding leraar aan de kweekschool te Roermond
[1938-1957], rector Ursulinenklooster te Echt [1957-1968] en pastoor te Buchten
[1968-1978]. André is november 2006 overleden te Maastricht.
PRIESTERLOOPBAAN
Harrie werd in het jaar van zijn priesterwijding benoemd tot kapelaan te Leveroy.
In november 1945 werd hij in gelijke functie benoemd te Posterholt en in 1955
werd hij pastoor te Buggenum en was daarna 13 jaar pastoor te Beesel. In 1976
ging hij met emeritaat in zijn geboortestad en bleef daar gedurende bijna 30
jaar wonen (ouderlijke woning en later in Verpleeghuis St. Camillus). De
slotjaren van zijn leven bracht hij door in Verpleeghuis De Beyart te
Maastricht, waar hij op 8 april 2009 is overleden.
PERIODE POSTERHOLT
In november 1945 werd Harrie Verheggen benoemd tot kapelaan te Posterholt. Hij
volgde hiermee de enkele maanden oudere Jac Pennings op (Maasbree 1912 – 2004
Houthem). Pennings werd in 1945 overgeplaatst naar de H. Martinusparochie te
Venlo. Harrie Verheggen bleef liefst tien jaar te Posterholt en werd daar in
1955 opgevolgd door Jan Haenen (Nederweert 1921-2006 Geulle). In de gehele
periode 1945-1955 was Lucassen pastoor van de Posterholtse H. Matthiasparochie.
Lucassen werd daar in 1939 benoemd en in 1958 ging hij met emeritaat.
Toen Harrie te Posterholt
werd benoemd kreeg hij te maken met een totaal vernielde kerk. Het KA-huis was
de noodkerk en in 1951 kon de nieuwe kerk van Posterholt ingewijd worden. De
oude pastorie werd kapelanie en de burgemeesterswoning naast de nieuwe kerk werd
nieuwe pastorie.
Een standplaats van 10 jaar als kapelaan is redelijk lang te noemen. Voorganger
Pennings was daar kapelaan gedurende zes jaar en Verheggen’s opvolger Haenen
maar drie jaar en de opvolgers van Haenen hebben hun decennium ook niet kunnen
volmaken te Posterholt. Verder terug in de parochiegeschiedenis van Posterholt
komen we kapelaan J.J.H. Welsch (1822-1889) tegen met een kapelaanschap van ruim
15 jaar [1846-1862]. Welsch was later van 1885 tot zijn overlijden in augustus
1889 rector van het Posterholtse Ursulinenklooster. Verder komen we de eerste
Posterholtse kapelaan tegen met een langere dienstperiode dan Verheggen. Het
betreft hier M. Daems, die van 1804 tot 1819 kapelaan te Posterholt was en
daarna tot 1830 pastoor aldaar en vervolgens met emeritaat in zijn standplaats.
Hij overleed op 76-jarige leeftijd te Posterholt op 15 augustus 1831.
Verheggen bleef ook na zijn vertrek uit Posterholt banden met deze standplaats
houden. We kwamen hem onder andere tegen als een van de receptiegangers van de
gouden bruiloft smid Tinus Janssen en Tiel Pesgens op 23 april 1968.
Met het overlijden van Verheggen zijn er nog twee Posterholtse kapelaans in
leven. Wim Rongen (1934) was er kapelaan in de periode 1958-1963 en diens
opvolger Fons Kessels (1933) daarna tot 1967.
GOEDE WEEK
Het overlijden van Harrie Verheggen was eigenlijk in een kerkelijk bijzondere
week: de Goede Week. De uitvaartdienst werd gehouden op dinsdag 14 april, zes
dagen na zijn overlijden. We plozen een groot aantal overlijdensadvertenties van
1964 uit en inventariseerden dat in genoemd jaar de meeste uitvaartdiensten
(85%) plaatsvonden drie of vier dagen na het overlijden. Dit zou dan met de
Pasen zijn en dit is zeer ongewoon. Soms (12%) was de begrafenis in 1964 al na
twee dagen en dit zou dan bij Verheggen Goede Vrijdag betreffen. Deze dag en op
paaszaterdag (= stille zaterdag) mogen vanwege het herdenken van de overleden
Christus geen H. Mis opgedragen worden. Bij een overlijden te Vlodrop in de
Goede Week van 1965 vonden we dat na de begrafenis in dezelfde week, een tweede
kerkdienst na de paasdagen werd gehouden met nu een volledige H. Mis.
Anno 2009 is de periode tussen overlijden en uitvaartdienst wettelijk en naar
gebruik ruimer dan in de onderzochte jaar 1964. De uitvaartdienst Verheggen was
dan ook na de paasdagen en vond plaats op dinsdag 14 april, zes dagen na zijn
overlijden. Hij kreeg zijn laatste rustplaats op de Begraafplaats Tussen de
Bergen te Roermond.
Nog een gebruik bij de uitvaartdiensten van een priester: de kist staat 180
graden gedraaid ten opzichte van een burgerkist. De burger met het gezicht naar
het priesterkoor gekeerd en het gezicht van de overleden priester richting
kerkschip.
Bronnen: herdeningsprentje H.C.A. Verheggen
Jo Smeets (2009); Overlijdensadvertenties 1964; In: HVR-kwartaalblad De Klepper
(41ste jaargang no: 1 – maart 2009), pp. 27-31.
Jo Smeets (2004); Roerstreekpriesters; RoerstreekCahier 105.
TRAMLIJN ROERMOND-VLODROP
Door Jo Smeets
In 1865 werd de noord-zuid-spoorlijn Maastricht-Venlo geopend. Het westgedeelte van de Roerstreek werd door deze nieuwe vorm van vervoer doorsneden. Circa een decennium later volgde de oost-west-lijn Antwerpen-Mönchen-Gladbach. Herkenbosch en Vlodrop werden de halteplaatsen in de Roerstreek. Al snel waren er plannen om ook de Roerstreekdorpen met een tramlijn te ontsluiten. Het zou echter nog tot 1915 duren eer deze plannen gerealiseerd konden worden. In 1932 werd de tramlijn wegens gebrek aan succes weer gesloten. Ze was economisch onvoldoende rendabel gebleken.
PLANNEN
Kort na de benoeming in 1898 van Jules Geradts als burgemeester van Posterholt nam hij initiatieven om te komen tot een tramlijn door de Roerstreek. Deze pogingen bleven in eerste instantie vruchteloos. In 1905 andermaal een vergadering over een Roerstreektramlijn, evenals in 1908. Als eindpunt staat het Duitse Heinsberg gepland. Duitsland werkt nu wel mee, dit in tegenstelling met eerdere plannen. De Roerstreekgemeenten moeten een bijdrage leveren. Van Melick-Herkenbosch wordt een bijdrage van 20 mille gevraagd. Men vindt dit te hoog, maar ook een voorstel om met 10 mille in het tramproject te stappen eindigt met een negatieve stemming in de gemeenteraad van 27 april 1905: vier tegenstemmen en drie voor ondanks het pleidooi van burgemeester Claessen. Bovendien hebben Herkenbosch en Gebroek (toen nog deelgebied van de gemeente) niets aan de tramlijn. Posterholt en St. Odiliënberg waren wel bereid respectievelijk 30 en 20 mille te betalen en Roermond liefst een ton. Enige maanden later stapt Melick-Herkenbosch alsnog in het tramproject, maar al snel zijn er nieuwe problemen, Ook deze poging strandde uiteindelijk. Wel was er per 29 april 1904 een busdienst geopend tussen Roermond en Posterholt. Het bestuur van deze lijndienst bestond uit burgemeester Jules Geradts; C. Smeets, rentenier te Posterholt; J. Corbey, notaris te St. Odiliënberg en P. Timmermans, raadslid te Posterholt. Vanaf 1 augustus 1912 ging W. Krings uit Karken een lijndienst verzorgen tussen Roermond en Heinsberg. Per 15 september 1915 werd de busdienst opgeheven, daar inmiddels de tramlijn geopend was. De Tweede Kamer had op 9 oktober 1914 het groene sein gegeven voor de aanleg van de 13 kilometer lange tramlijn. Wel werd het eindpunt niet Heinsberg, maar Vlodrop. Het Duitse Rijk was inmiddels in een oorlog verwikkeld en de grens werd extra streng bewaakt. Op 1april 1915 kon eindelijk gestart worden met de lang verwachte lijn! De tijdspanne (ruim 30 jaar) tussen plannen en aanleg Rijksweg 73 is geen hedendaags probleem, maar kent haar voorgangers in het verleden.
VOORBEREIDINGEN EN AANLEG
Een van de knelpunten bij een eventuele aanleg van een tramlijn was de Roerovergang te St. Odiliënberg. Hier lag een eenvoudige houten brug, die bij hoog water regelmatig overspoelde en soms wegspoelde. De helling bij Schöndeln was een ander knelpunt, maar ook dit werd overwonnen. Te Melick moest woonhuis Moors gedeeltelijk afgebroken worden en ook de kerkhofmuur moest een weinig verplaatst worden. Gemiddeld werd dagelijks door 80 mensen aan de aanleg gewerkt.
ROERBRUG
In 1908 kwam er een nieuwe brug over de Roer te St. Odiliënberg, die op 30 juni 1909 officieel in gebruik werd genomen. Deze werd verhoogd aangelegd. Wie vanuit Melick naar Berg fietst moet duidelijk een helling overwinnen. De brug bleef voortaan vrij van wateroverlast en was sterk genoeg voor het zwaardere tramverkeer, alsook ander zwaar vrachtverkeer. Hiermee was bij de nieuwbouw al duidelijk rekening gehouden. De brug zou stand houden tot 10 mei 1940 toen de brug door Nederlandse militairen werd opgeblazen om de Duitse opmars te vertragen.
OPENING
Van de tramlijn door de Roerstreek zijn maar enkele foto’s bekend. Hierbij zijn enkele stuks van de opening te Vlodrop. Deze vond op 28 februari 1916 plaats. Het gedeelte tot St. Odiliënberg was al geopend op OLV-Hemelvaart (15 augustus) 1915.
De opening bestond uit een proefrit met drie wagons met tal van genodigden. Onderweg zorgde Harmonie Wilhelmina uit Vlodrop voor een vrolijke noot. In Melick, St. Odiliënberg en Posterholt werd uitgebreid gevlagd. Bij het Ursulinenklooster te Posterholt een stop waarbij de tramgasten welkom werden geheten door de schooljeugd. Of de scholieren gezongen of versjes opgezegd hebben, vermeld het uitgebreide verslag op de voorpagina van De Nieuwe Koerier van 29 februari 1916 helaas niet.
Het gedeelte tot St. Odiliënberg was al in gebruik genomen per OLV-Hemelvaart (15 augustus) 1915, reeds 4,5 maand na start van de aanleg op 1 april 1915. In de krant van 18 november 1915 troffen we aan dat er toen bijna 4300 personen vervoerd waren hetgeen aan guldens 450,07 opgebracht had. Daarnaast was er het vrachtvervoer per tram. Daarom ook dat voerman J. Everts uit Posterholt extra adverteerde in de kranten van eind augustus 1915. De voerman had er een geduchte concurrent bij!
TRAMLIJN
De tramlijn begon in het centrum van Roermond en liep via Kapel in het Zand en Schöndeln naar Melick. Bij St. Odiliënberg werd de Roer overgestoken met kort daarna een scherpe bocht naar links richting Posterholt. In dit dorp met lintbebouwing volgde men aanvankelijk de Roermondseweg, maar circa 100 meter voor de kruising met de Donkerweg / Donkerstraat ging het schuin richting Heerbaan, voor woonhuis Wolters en achter woonhuis van Landeghem en de lijn bleef de Heerbaan volgen tot de huidige Vlodropperweg en vervolgens tot de grens bij buurtschap Borg om daarna bij de marechausseekazerne te Vlodrop te eindigen (nabij huidige Rabobank).
Bij het begin van de Heerbaan (kruising met de Middenweg) stond een kruisbeeld dat vanwege de tramlijn moest verdwijnen. Te St. Odiliënberg moesten ook al dergelijke ingrepen gedaan worden. Het kapelletje aan het begin van de Hoofdstraat werd afgebroken en een weinig verderop herbouwd. De bocht van de tramlijn kon hierdoor iets vloeiender lopen.
HALTES
Regelmatig werd gestopt om passagiers te laten in- en uitstappen alsmede goederen te laden of te lossen. Café Timmermans bij de Roerbrug te St. Odiliënberg kreeg een nieuwe naam: Café De Tramhalte (later Café Het Munster). Het café van Peter Visschers-Rademakers op de hoek Heerbaan – Kloetenweg (thans Mgr. Koningsstraat), zie foto met dank aan Har Knoben, werd omgedoopt in Café de Tramhalte. De naam is bewaard gebleven onder andere in enkele krantenadvertenties. Zo werd kermisdansen aangekondigd in DNK van 23 augustus 1920. Twee jaar later wederom dansen tijdens de kermisdagen daar, maar nu is Jac Smeets de exploitant de vader van Neelke van Sjengske). Ook te Vlodrop was er een Café de Tramhalte.
De eerste stopplaats te Posterholt was bij Café Thegels op de Donk (thans nabij woonhuis Thegels-Schoenmakers), Ursulinenklooster en emplacement in het dorp en aan de grens. Te Roermond eveneens een viertal haltes: slachthuis, station, Kapellerpoort, Kapel in ’t Zand. De reistijd van begin- tot eindpunt was net geen uur. Door de bebouwde kom mocht slechts met loopsnelheid gereden worden en erbuiten op fietssnelheid (20 km/uur). Er waren slechts drie ritten per dag (heen en weer totaal zes ritten).
Bij de recente woningenuitbreidingen nabij de Vlodropperweg te Posterholt werden enkele nieuwe wegen aangelegd waarbij een straatnaam aan de trambaan herinnert.
ONGEVALLEN
Behalve gemak bracht de tram soms ook leed mee. We konden verscheidene ongevallen noteren. In maart 1931 was er een ongeval met de tram te St. Odiliënberg, En te Posterholt kwam het paard met de melkkar van Dirks onder de tram, waarbij het paard werd gedood (DNK 27-03-1920). Te Melick op maandag 19 maart 1917 een ongeval met nu een dodelijke afloop voor de bijna vierjarige dochter Maria van het echtpaar Gootzen-Palmen (1). Twee weken later was dit gezin weer in de rouw. Nu kwam het jongste kind, dat zijn eerste verjaardag niet mocht vieren, te overleden. Het gezin is in 1923 naar België vertrokken.
Een tweede dodelijk ongeval met de tram andermaal te Melick. Nu was de 70-jarige landbouwer Geraedts uit Vlodrop het slachtoffer (NRC 11-08-1926).
OPHEFFING
De tramlijn werd in 1932 wegens gebrek aan succes opgeheven. De exploitant, LTM, stelde nu weer een busdienst in. In De Nieuwe Koerier van 19 april 1932 werd de opheffing per 1 augustus al aangekondigd. Er werd wel geprotesteerd, maar het vervoer was sterk terug gelopen en maakte de lijn onrendabel. Bij vrachtvervoer per tram waren de vrachtrijders met hun vrachtauto’s een te hevige concurrent voor de tram geworden. De trampassagiers wonnen door de busdiensten meer stopplaatsen en betere bereikbaarheid van Herkenbosch, Rothenbach en Waterschei. Op verzoek kon men op meer plaatsen stoppen zoals op Etsberg en te Melick nabij hoeve Genhof en te St. Odiliënberg bij het postkantoor (thans naast garage Heenels) en bij de weg naar het Reutje. De bus van 1932 was ook een weinig sneller dan de tram van 1916. Het busvervoer was een nieuwe verbetering in het streekvervoer van de Roerstreek.
(1) DNK 20-03-1920, pagina 3: “Melick. Maandagmiddag had hier een treurig ongeluk plaats. Het vierjarig Marieke van den bakker J. Gootzen wilde haar vader afhalen, die met de tram van 12 uur zou aankomen. Toen de tram in aantocht was, rukte de wind het hoedje van de kleine af en dit kwam tusschen de rails terecht. Marieke wilde nog gauw het hoedje grijpen met het treurig gevolg, dat het kind door de tram overreden werd. Beide voetjes werden afgereden. De kleine werd naar het Louisahuis te Roermond overgebracht.” Daar is het kind later op de dag overleden. Ze zou in mei vier jaar worden.
Posterholt – maart 2009
EEUWELINGE TE
VLODROP
Door Jo Smeets
De vrijdageditie van Dagblad De Limburger (DDL) bevat elke week circa een halve
pagina met felicitaties van bijzondere jubilea, zoals gouden en diamanten
bruiloften, vier familiegeneraties en eeuwelingen (1). De felicitaties zijn
steeds vergezeld van een zwart-wit-foto. In de krant van vrijdag 13 maart 2009
de felicitaties voor Nellie van der Beek-Cup uit Vlodrop vanwege haar 100ste
verjaardag. Op de OR6-kabelkrant eveneens de felicitaties met dezelfde foto maar
nu in kleur en de vermelding van de bijzondere datum voor Nellie. Alsnog van
harte gefeliciteerd en in goede gezondheid nog vele jaren!
Nellie werd geboren in het Noord-Brabantse Maashees op 13 maart 1909. Ze huwde
met de enkele jaren oudere Paul van der Beek uit Vlodrop. Op 1 juli 1987 kon het
echtpaar zijn gouden bruiloft vieren. Op 23 juli 1988 overleed Paul in het
ziekenhuis van Roermond op 83-jarige leeftijd (2). In zijn
overlijdensadvertentie staan zes kinderen vermeld. Een zevende kind (Cornelia
Wilhelmina) overleed drie dagen na de geboorte in 1950. Het was in 1988 nog niet
gebruikelijk dat overleden kinderen in een rouwadvertentie van een ouder vermeld
werden. Twee jaar na het overlijden van Paul geschiedde dit wel regelmatig. Paul
en Nellie hadden in 1969 ook het overlijden van de uit de Holst afkomstige
schoondochter Toos Seelen (1941-1969) moeten verwerken en schoonzoon Jo Biermans
uit Posterholt overleed in 1992. Met een hoge ouderdom moet men ook steeds meer
tegenslagen incasseren.
De gouden bruiloften werden tot midden negentiger jaren nog met een groter
krantenbericht met foto bedacht, maar door de na-oorlogse huwelijksgolf en 50
jaar later een kleinere golf aan huwelijksjubilea, werd later afgezien van
uitgebreide krantenartikelen. In 1987 bij het gouden huwelijk van Paul en Nellie
werd wel nog een krantenbericht met foto opgenomen. De meeste aandacht gaat uit
naar de gouden bruidegom, hetgeen toen gebruikelijk was. Hij had meestal ook de
meeste binding met de dorpsgemeenschap in werk en vrije tijd. Voor Nellie was er
minder aandacht in de krant van 1987. Slechts de volgende vermeldingen:
afkomstig uit Maashees; graag de planten en de bloemen verzorgend; lekker kunnen
koken en dat de kienmiddagen op de bejaardensoos favoriet bij haar zijn.
Nellie is niet de eerste eeuwelinge met een link naar Vlodrop. Op 12 maart 1983
kon Willem Briels zijn 100ste verjaardag vieren in zijn seniorenwoning te
Herkenbosch. Hij was gehuwd met Anna von Rochow (1889-1976). Bij hun gouden
huwelijk (15 mei 1961) woonden ze nog te Vlodrop-Etsberg, maar bij hun diamanten
en briljanten huwelijk was Herkenbosch hun woonplaats. Willem is later verhuisd
naar Zorgcentrum Petrusberg te St. Odiliënberg en overleed op 15 oktober 1988.
Hij had toen de leeftijd van 105 jaar en 216 dagen en is hiermee tot heden de
oudste Roerstreekinwoner ooit (3). Willem werd begraven te Herkenbosch. Extra
bijzonderheid bij Willem is dat hij de gouden bruiloft van zijn oudste zoon Jan
(1912-1993) in 1986 kon meemaken, een uniciteit voorbehouden aan slechts enkele
(3?) Roerstrekers.
Het lijstje eeuwelingen met een verbinding met Posterholt is met twee namen kort
te noemen. Bij beide personen is het al lang geleden dat ze hun 100ste
verjaardag mochten morgen. Maria Wolters-Daamen (1876-1978) maakte in september
1976 haar eeuw vol en voor Anna Puts-Puts (1881-1985) was deze mijlpaal in
januari 1981 weggelegd. Posterholt wacht inmiddels al ruim een kwart eeuw op een
volgende eeuweling.
In totaal komen we dertig namen van eeuwelingen tegen met een Roerstreeklink.
Mogelijk is het aantal nog groter want in 2008 kon te St. Odiliënberg een vrouw
haar 100ste verjaardag vieren, maar werden geen gegevens hierover aangetroffen
in de dag- en weekbladen. Onze enige bron is een mondelinge mededeling van een
familielid en plaatsgenoot. Ze is wel aan ons totaal van dertig namen
toegevoegd. Ook kunnen eeuwelingen van elders naar een van de zorgcentra in de
Roerstreek verhuizen en we dit niet direct opmerken. Bovengenoemde Willem Briels
woonde bij zijn 100ste verjaardag ook nog zelfstandig en kwam pas later in het
zorgcentrum wonen.
De oudste vermelding van een mogelijke 100-jarige komt uit de begrafenisboeken
van de parochie Montfort. Tijdens de pestepidemie van 1632-1634 overleed daar
Joanna van Havert op 3 augustus 1634 (4). Haar opgegeven leeftijd van 100 jaar
is echter hoogst onzeker. Gegevens van voor 1650 zijn nagenoeg onbekend en zijn
moeilijk te achterhalen. Een enkel parochie-archief start eerder dan voor tweede
kwart 17e eeuw met het noteren van doop, huwelijk en overlijden.
Nummer twee in de chronologische Roerstreeklijst is Pierre van Heel uit Herten
die november 1910 zijn eeuw wist vol te maken (5). De volgende aantekeningen
dateren uit 1956, 1957 en 1968. Vanaf 1991 haast elk jaar een toevoeging van een
eeuweling met een Roerstreeklink en in 2004 zelfs drie nieuwe honderdplussers.
In de kranten midden 19e eeuw tot en met de jongste zestiger jaren kwamen we
regelmatig berichten tegen van personen van 120-140 jaar en soms nog ouder uit
bijvoorbeeld Rusland. Aan de juistheid van deze berichten moet ernstig
getwijfeld worden. Tegenwoordig is een leeftijd van 115 jaar wereldwijd gezien
hoogst uitzonderlijk en de hedendaagse leefomstandigheden zijn toch veel beter
dan voorheen. Jeanne Calment uit Frankrijk wordt met haar 122 jaar gezien als
oudste mens ter wereld ooit met een bewezen leeftijd. Zij overleed in 1997.
Overigens Frankrijk is blijkbaar een goed land om te leven. Hier waren in 2002
16 eeuwelingen per 100.000 inwoners. In Nederland was dit met 7 per 100.000
aanmerkelijk lager (6). Per 1 januari 1997 waren er 1006 Nederlandse eeuwelingen.
Hiervan waren 835 vrouwen en 171 mannen, gemakshalve respectievelijk 83 en 17%.
De cijfers van de 30 Roerstreekeeuwelingen zijn gunstiger voor de mannen dan de
landelijke cijfers: 9 mannen en 21 vrouwen. Het aantal van slechts 30 stuks is
te gering om dit in percentages te verdelen.
Nog enige cijfers uit het verleden: tot 1950 kende Nederland maximaal 30
eeuwelingen per bepaalde datum en in 1985 was dit aantal gestegen tot 100 om
twee decennia later vervijfvoudigd te zijn.
Op 23 maart 2009 werden de meest recente gegevens over de Nederlandse
eeuwelingen door het CBS bekend gemaakt. Een dag later werden ze onder andere
gepubliceerd in De Telegraaf. Per 1 januari 2009 kende Nederland 1633
eeuwelingen (ter vergelijking 1338 per dezelfde datum in België). Per 10.000
inwoners is er dan een eeuweling te verwachten en brengen we deze cijfers over
naar de Roerstreek (Roerdalen + Herten + Linne) komen we uit op drie eeuwelingen.
Per maart 2009 zijn in Nederland nog drie personen in leven die in de 19e eeuw
werden geboren. De oudste is de 111-jarige Grietje Jansen-Anker uit Middelburg.
Ze verblijft momenteel samen met haar dochter in een verzorgingstehuis te
Rotterdam. Ze is sinds 19 mei 2006 de oudste inwoner van Nederland. Bij
Wikipedia zijn meer gegevens over haar te vinden, zoals de vermelding van haar
veertigste plaats qua ouderdom wereldwijd per 1 maart 2009. De oudste van de
wereld is momenteel de 114-jarige Edna Scott-Parker.
In publicaties is weinig aandacht voor de 100-plussers. Wel verscheen er in
2002van de journaliste Steffie van den Oord een boek Eeuwelingen. Hierin zijn 22
vraaggesprekken met 100-plussers opgenomen (10 vrouwen en 12 mannen). In haar
boek heeft ze een variatie in geografische verspreiding en beroepen. Over
Marinus van der Goes van Naters, de rode baron, was via zijn activiteiten in de
politiek al meer bekend. Ze was enige tijd de oudste mens van de wereld, maar
ook na haar overlijden kwam ze nog enkele malen in het nieuws. Ze stelde haar
lichaam voor de wetenschap beschikbaar en in 2008 was dit onderzoek aanleiding
voor een wetenschappelijk artikel (7).
In enkele heemkundige tijdschriften zijn korte artikelen verschenen. De
Roerecho, het weekblad van St. Odiliënberg, besteedde enkele jaren geleden
aandacht aan de memoires van Jacques Slangen (geboren in 1904 op Mortelshof,
Linnerhei en na zijn huwelijk in 1950 te Herten woonachtig). Verder natuurlijk
aandacht in de dagbladen bij een nieuwe eeuweling of zijn volgende verjaardag.
Soms zijn het berichten van slechts enkele regels. Ook in de oude en inmiddels
verdwenen weekbladen zoals Ons Zuiden en de Katholieke Illustratie kleine foto’s
van eeuwelingen, meestal zonder verdere beschrijving met uitzondering van naam
en plaats. In Nederland zijn enkele personen actief die gegevens over
eeuwelingen verzamelen. De naam van verzamelaar-onderzoeker van het eerste uur
Fred van Dam uit Barneveld wordt regelmatig in de krantenpers als aandrager
eeuwelinggegevens vermeld. Hij en de andere verzamelaars krijgen het steeds
drukker!
Wie zal de volgende eeuweling in de Roerstreek worden? De lijst negentigers is
redelijk lang te noemen, maar om Roerstreekeeuweling te worden is nog maar voor
een enkeling weggelegd.
(1) Tot zomer 2008 was dit steeds op de zaterdag met bij uitzondering op
maandag.
(2) Bidprentje met zwart-wit foto in HVR-archief (Roerstreekmuseum).
(3) We laten hier een vluchtelinge uit het voormalig Joegoslavië buiten
beschouwing. Ze werd minimaal 107 jaar en verbleef korte tijd in het Zorgcentrum
Petrusberg te St. Odiliënberg.
(4) Zie De Klepper (HVR-kwartaalblad), september 1971.
(5) Meerdere krantenberichten over hem in De Nieuwe Koerier: o.a. 1 april 1909;
11 december 1909; 27 oktober 1910; 12 november 1910; 23 november 1911; 8
februari 1912 (zijn overlijden).
(6) De cijfers van bijvoorbeeld Spanje en Finland zijn met respectievelijk 2 en
5 eeuwelingen per 100.000 inwoners ongunstiger dan die van Nederland.
Daarentegen vallen die van België, Noorwegen, Zweden, Denemarken en Italië zijn
gunstiger uit dan Nederland. Duitsland ontbreekt in de lijst. Gegevens naar
bericht in De Telegraaf van 14 december 2002.
(7) Naar DDL-bericht 11 juni 2008 gepubliceerd in “Neurobiology of Aging”.
Posterholt, maart 2009.